Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoofdmenu

  • Home
  • Over
  • Gebruik
  • Historisch kerkrecht
  • Civiel recht
  • D. Deddenskamer
  • Colofon
  • English
kerkrecht.nl

kerkrecht.nl

Zoekveld

  • Bouwman, H.
Gereformeerd Kerkrecht I
Kampen
J.H. Kok
1928
§ 1. Kerk en kerkrecht ›
  • Printvriendelijke versie

navigatie

  • Kerkgemeenschappen
  • Kerkordes
  • Commentaren
  • Bibliotheek
  • Allan J. Janssen 1948-2020

Bouwman, H. (1928)

  • § 1. Kerk en kerkrecht
  • § 2. Het kerkrecht eene theologische wetenschap
  • § 3. De bronnen van het kerkrecht
  • § 4. Geschiedenis der behandeling van het kerkrecht
  • § 5. De indeeling
  • § 6. De organisatie der kerk van goddelijken oorsprong
  • § 7. Het leven en de organisatie der kerk in de apostolische eeuw
  • § 8. De tweede eeuw
  • § 9. De overgang tot het monarchisch episcopaat
  • § 10. Synoden en metropolen
  • § 11. De eenheid der kerk en Rome
  • § 12. Kerk en staat
  • § 13. De verdere ontwikkeling van het Roomsche primaat
  • § 14. De organisatie in het Frankische rijk
  • § 15. De voltooiing der pauselijke macht
  • § 16. De reactie
  • § 17. De Roomsch-katholieke kerk
  • § 18. De Luthersche kerk
  • § 19. Zwingli
  • § 20. Calvijn
  • § 21. De Gereformeerde kerken in Frankrijk
  • § 22. De Gereformeerde kerken in Engeland en Schotland
  • § 23. De Gereformeerde kerken in Duitschland
  • § 24. De Gereformeerde kerken in Hongarije
  • § 25. De Gereformeerde kerken in Nederland
  • § 26. De Gereformeerde kerken in Noord-Amerika en Zuid-Afrika
  • § 27. Het karakter der kerkenordening
  • § 28. Het ambt
  • § 29. Buitengewone en gewone ambten
  • § 30. De noodzakelijkheid der wettige roeping
  • § 31. De verkiezing
  • § 32. De examinatie
  • § 33. De approbatie
  • § 34. De bevestiging
  • § 35. Beroeping naar eene andere gemeente
  • § 36. Dienaren des Woords in particuliere stichtingen
  • § 37. Dienen in eene plaatselijke kerk
  • § 38. Niet gestudeerde personen
  • § 39. Nieuwelingen
  • § 40. Vertrek naar eene andere gemeente
  • § 41. Onderhoud en ontslag der dienaren
  • § 42. Overgaan tot een anderen staat des levens
  • § 43. Emeriti-predikanten
  • § 44. Tijdelijk ontslag
  • § 45. Elders den dienst waarnemen
  • § 46. Het ambtelijk werk der dienaren
  • § 47. Gelijkheid onder de dienaren
  • § 48. Het ambt der doctoren
  • § 49. Het onderhoud van hulpbehoevende studenten
  • § 50. De propositiën
  • § 51. Scholen
  • § 52. De instelling van het ambt der ouderlingen
  • § 53. De verkiezing der ouderlingen
  • § 54. Het ambt of de taak der ouderlingen
  • § 55. De instelling van het ambt der diakenen
  • § 56. Het werk der diakenen
  • § 57. Diensttijd der ouderlingen en diakenen