|43|

Tot slot: elkaar dienen

 

De man moet als man dienen, dat is: in woord en daad laten merken dat hij zijn vrouw nodig heeft, als vrouw en als mens. Dat hij zijn leven over heeft voor haar welzijn en geluk. Dat hij de eenheid van hen samen zoekt. Daartoe moet hij zichzelf, de oude Adam van na de zondeval, kruisigen en elke dag opstaan in een nieuw huwelijksleven. Als de vrouw merkt dat die gezindheid, de gezindheid van Christus, in hem is, dan zal ze respect en ontzag voor hem hebben.

De vrouw moet als vrouw dienen, dat is: hem helpen, niet uit angst of winstbejag, niet vanwege status of positie, niet uit vleierij of om zich onmisbaar te maken, maar ze moet hem helpen hoofd te zijn. Zijn hoofd-zijn als opdracht van God waar te maken. Vrouwen kunnen mannen afschuwelijk verwennen, zoals moeders zoons, alle problemen ver van hen houden, vóór alles de sfeer niet willen bederven. Maar christen-vrouwen die weten dat hun man hoofd moet zijn, wijzen hem op die verantwoordelijkheid

|44|

en helpen hem daarbij. En ze zijn niet bang om bij hem voor zichzelf die ruimte op te eisen die aan een mens Gods toekomt. Ze laten zich niet door het oordeel van de man leiden, omdat het zijn oordeel is. Ze zijn niet gemakzuchtig en niet bang om uit de toon te vallen. Want ze zoeken hun zekerheid niet in hun man, ze zijn niet van hém afhankelijk, maar ze zoeken hun zekerheid in Christus. Van Hém zijn ze afhankelijk — en die afhankelijkheid maakt hen vrij ten opzichte van hun man. Alleen zo kan de vrouw een hulp zijn, als tegenover hem. Als een zelfstandig wezen, dat niettemin de eenheid zoekt door haar man in zijn hoofd-zijn te respecteren, hem daarop aan te spreken, hem daarin te helpen en te corrigeren. De gemeente, dat is de bruid, ontstond door de liefde van Christus. Het huwelijk ontstaat door de liefde van de man.

De liefde van Christus is totaal en blijven — zij is betrouwbaar.

Hoofd-zijn als Christus is zelfopofferende, betrouwbare liefde geven, die vrij maakt tot elk goed werk. Zelfverloochening is dan een heel gewoon woord voor de man en

|45|

zelfvertrouwen een heel gewoon woord voor de vrouw die samen een christelijk huwelijk hebben.

Zo moeten we in het huwelijk leven als een afspiegeling van de relatie tussen Christus en zijn gemeente, als een afspiegeling van die eenheid. Dat moeten we als voorbeeld onze kinderen meegeven. Daartoe moeten we jongens en meisjes opvoeden. Dan verduisteren we het zicht op Christus en zijn werk en het zich op de gemeente niet. En wat is een mens zonder de liefde van Christus? Iemand die krampachtig zoekt zichzelf te behouden. Maar die zichzelf onherroepelijk zal verliezen.

Kunnen wij daar vandaag niet mee aan het werk, moeten wij daar niet mee aan het werk? Ik denk het wel — sterker nog: ik geloof het.