Hoofdstuk 1

De ambten van de kerk

IV. De ouderlingen en de diakenen

Artikel 24

Lid
1

De taak van de ouderlingen is, tezamen met de dienaar des Woords over de gemeente de herderlijke zorg uit te oefenen, over haar en over de mede-ambtsdragers het opzicht te hebben en het vermaan en de tucht te oefenen, de leden der gemeente trouw te bezoeken en tevens te trachten anderen voor Christus te winnen.