IV. De kerkelijke vergaderingen

Samenwerking van de kerken

31.1 Eendrachtig samenwerken

De kerken, die van Christus zijn, werken eendrachtig samen. Zij wekken elkaar op Gods Woord te bewaren en te blijven bij de leer van de kerk naar de drie Formulieren van Enigheid. Zij helpen en dienen elkaar en behartigen in regionaal en landelijk verband de zaken die zij gemeenschappelijk hebben. Zij heersen daarbij niet over elkaar, maar hebben geduld met elkaar en verwachten samen de tijd van God waarin Hij de weg duidelijk zal maken.

31.2 Regio, regiovergadering en landelijke vergadering; commissies

Naburige kerken vormen gezamenlijk een regio.
De kerken van een regio komen door afgevaardigden bijeen in een regiovergadering.
Alle kerken gezamenlijk komen door afgevaardigden bijeen in een landelijke vergadering.
Deze vergadering wordt samengeroepen door de kerk die door de laatstgehouden vergadering daartoe werd aangewezen. Van genomen besluiten wordt nauwkeurig aantekening gemaakt.
Een regiovergadering en een landelijke vergadering zijn bevoegd commissies te benoemen en te ontslaan. Een commissie ontvangt bij haar benoeming een duidelijke opdracht en rapporteert tijdig aan de betrokken kerken. Het rapport van een commissie komt aan de orde op de eerstkomende regiovergadering dan wel landelijke vergadering.

31.3 Vertegenwoordiging van de kerken in vermogensrechtelijke aangelegenheden

a. De kerken worden ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden die zij als regio of in landelijk verband gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door hun regiovergadering respectievelijk door de landelijke vergadering of door commissies die door deze vergaderingen zijn benoemd. Een commissie heeft slechts vertegenwoordigingsbevoegdheid voor zover die in de opdracht aan haar is toegekend.
b. De landelijke vergadering wordt vertegenwoordigd door het moderamen van de laatstgehouden reguliere vergadering, dan wel door ten minste twee leden van dit moderamen. Zij zijn hierbij gebonden aan de genomen besluiten van de landelijke vergadering.
c. Een regiovergadering wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van de laatstgehouden regiovergadering samen met een andere afgevaardigde, die niet uit dezelfde kerk afkomstig is. Zij zijn hierbij gebonden aan de genomen besluiten van de regiovergadering.
d. Een commissie als onder a genoemd wordt vertegenwoordigd door twee uit haar midden te benoemen personen. Een commissie en haar vertegenwoordigers zijn aan hun opdracht gebonden.

31.4 Kerkelijke instelling

De landelijke vergadering is bevoegd voor de uitvoering van taken die behoren tot de arbeid van de kerken gezamenlijk, een kerkelijke instelling op te richten overeenkomstig de “Regeling voor commissies en kerkelijke instellingen”. Op haar is genoemde Regeling van toepassing. Een kerkelijke instelling bezit als zelfstandig onderdeel van de gezamenlijke kerken rechtspersoonlijkheid.
De landelijke vergadering is bevoegd een door haar opgerichte kerkelijke instelling — gehoord het bestuur van die instelling — te ontbinden, onder regeling van de (rechts)gevolgen daarvan.