Friesland.

Met betrekking tot de politieke approbatie van de Kerkenordening, gelijk zij in 1619 te Dordrecht was vastgesteld, bevat het in 1793 uitgegeven 5e Deel van het Groot Placaat en Charter-boek van Vriesland (ook betiteld als het 1e Deel van het Nieuw Placaat en Charter-boek van Vriesland) de volgende besluiten, alle afgedrukt „Uit het Staats-resolutie-boek.”

Resolutie der drie Landkwartieren, enz. (a.w. blz. 253).
Den 3 Julii 1619.

Die Staten van Vrieslandt gesien ende wel ernstelyck geëxamineert hebbende ’t geene anno 1619 op ’t Nationale Synode binnen Dordrecht geholden, aengaende de Leere der Chrystelyke Gereformeerde Religie gebesoigneert ende besloten is, hebben nae rype deliberatie ’t selve geapprobeert ende geaggreëert, approberen ende aggreëren mits desen, om allenthalven in de Christelycke Gereformeerde Kercken geoeffent ende geleert te worden.

Aengaende de Kerckenordinge, en verstaen sy Staten niet, dat de selvige in de Kerkeu deser Provincie met dienst ende vrugt van de Gemeenten, in voegen de selvige haer E. M. alhier voorgedragen wordt, ingevoerdt, toegelaten ende geoeffent can worden; dan persisteeren ende gedragen sig tottet vorige gebruyck der Kerckenordinge, observantien, regten en privilegiën, alhier te Lande voor desen int gebruyk geweest synde.

Aldus gedaan en gearresteert by de Staaten voorsz. ter ordinaris Landsdage vergadert op ’t Landschaps-huys binnen Leeuwarden den 3 July 1619.

Voor Oostergo,
Boeke van Feytsma,
H. Bouricius.

Voor Westergo,
Hessel Laes de Vernou,
Harrent Hendricx Fogel.

Voor de Zevenwolden,
H. van Baerdt,
Teye Saeckens.

Resolutie der Steden, enz. (a.w. blz. 254).
Den 7 Julii 1619.

Die Volmachten der Steden, Staetswyse binnen Leeuwarden vergadert synde, wel rypelyck geleth ende geëxamineert hebbende, die canones van de Synode tot Dordregt, approberen ende aggreëren deselve, gelyk sy doen by desen, om allenthalven in de Cristelyke Gereformeerde Kercken geoeffent ende geleert te worden, ende conformeeren haer mits desen met die resolutie by de Heeren Volmagten van Oostergoe, Westergoe ende Se venwolden, dies aengaende genomen, van dato den 3 July sestien hondert negentien. Aengaende die Kerckenordinge, laten die welgemelte Volmagten deselve als nog in state, ter tyt ende so lange die selve by haer naerder sal weesen geëxamineert, om als dan daer op te resolveeren,

|82|

soo als sy tot welstand, ruste ende vreede der Kercken ende policie deser Provincie bevinden sullen te behoren.

Aldus gedaen ende geresolveert by die Volmagten van de Steden int Landschaps-huys binnen Leeuwarden den 7 July 1619.

(getekend)
Reyn Wybes,
Tyerck Abbes.

Resolutie, waarbij de Staaten, enz. (a.w. blz. 258).
Den 26 Maii 1620.

Die Staten van Vriesland ... [volgt een besluit om te persisteeren bij eene vroegere resolutie over de ontruiming van Delfzijl]...., van gelycken oock te persisteren by de resolutie den 3 July 1619 genomen op ’t stuk van de Kerckenordeninge.

Aldus gedaan ende gearresteert by den Staten van Vrieslandt ten ordinaris Landsdage binnen Leeuwarden op ’t Landschappehuys vergadert deesen 26 May 1620.

(getekend)

Voor Oostergo,
Adolph ab Heemstra,
Allert Luythiens.

Voor Westergo,
B. van Burmannia,
Harrent Hendricx Fogel.

Voor de Zevenwolden,
H. van Idsaerda,
A. Beetzius
.

Resolutie, waarbij de Steden, enz. (a.w. blz. 258).
Den 30 Maii 1620.

De Volmachten der Steden by de meeste stemmen, adproberen de Kerckenordeninge, soo als deselve in den Nationalen Synode tot Dordrecht is gearresteert.

Aldus gedaan by de Heeren Volmagten voornoemt desen 30 May 1620.

(getekend)
Govert Tiepkes,
Gerryt Folkerts
.

Verbod, enz., van de drie Landkwartieren (a.w. bl. 275).
Den 10 Julii 1622.

Die Staten van Oostergoe, Westergoe ende die Zeuenwolden ordonneren en statueren om mouerende redenen, dat geen Synodale resolutien enige cracht ofte effect sullen hebben voer ende aleer die selue by die Staten van ’t Landt sullen syn geadprobeert, ende alsoe enige Dienaeren tot diuerse tyden, ymmers noch onlancx in den Sinode tot Bolswert, haer verstoutet hebben, den Kerken ordre in den Nationale Synodo tot Dordrecht gearresteert, deur te dringen ende alhyer mede in train te brengen, niet tegenstaende d’selue alhyer te Lande niet practicaebel, ende teegens des Landts priuilegien in veele poincten strydende, by solemnele resolutie by die drie Leden op ten Landtsdage is affgeslaegen, tenderende ’t selue tot groote verachtinge, preiudicie ende disreputatie van hun Staten: Soe interdiceren ende verbieden sy Staten wel expresse allen Dienaren des Goddelycken Woordts, d’gemelte Kercke ordre in enige Synodale ofte

|83|

Classicale vergaderinge voor te stellen, te onderleggen, deur te dringhen ofte in train te brengen, by poene, dat soedanige Voorstellers ofte Machinateurs voor Perturbateurs van de gemeene ruste gehouden ende daer ouer nae exigentie van saecken gestraft sullen worden: Ordonnerende den Procureur Generael, hyer op goede reguard te nemen, ende ’t Recht van de Heerlyckheyt deeses Landtschaps tegens die Contrauenteurs te bewaren, ende by aldien tot invalidatie deeses enige solicitatien by die Deputaten Sinodi, ofte yemant anders aen de Heeren Gedeputeerden mochten geschien, wordt d’selue Heeren Gedeputeerde by desen wel ernstelyck geordonneert, omme haer in alles nae desen te reguleren.

Aldus gedaen ende geresolueert op ten tegenwoordigen ordinaris Landtsdage by die Staten voorschreuen, opt Landschappe-huys binnen Leeuwarden vergadert, desen X July XVIe twee ende twintich.

(getekend)
Voor Oostergo,
J. v. Bootsma,
Wybe Freerks
.

Voor Westergo,
Laes van Glins,
Jan Dirckx
.

Voor de Zevenwouden,
T. van Oenama,
Waltha van Hettingha
.

Resolutie van de Steden 1).
Den 10 Augusti 1622.

Alsoo de Volmaghten van den platten Lande op den gemeenen landtdagh Staetsgewijse jongst in Vrieslandt gehouden, tegen ’t oude lofflijk gebruik van dien, mitsgaders tegens ’t recht van alle welgestelde vergaderingen, aengevangen hebben in de Camer van het minder getal der samentlijke leden aparte byeenkompsten te houden, de steden sijnde een mede lidt van het landt uit te sluiten, op des gemeene landts sake particuliere resolutien te nemen, Ende onder anderen den 10 July 1622 hebben geresolveert. Dat geen Synodale resolutien eenige kracht ofte effect sullen hebben, voor ende al eer deselve by den Staten van het landt sullen sinn geapprobeert, Item, Dat sy interdiceren alle Dienaers des Goddelijken woordts, de kerkenorde in den Nationalen Synode tot Dordrecht gearresteert in eenige Synodale ofte Classicale vergaderingen voor te stellen, t’ onderleggen, door te dringen ofte in trein te brengen, by pene, dat soodanige voorstelders ofte machinateurs voor perturbateurs van de gemeene ruste gehouden, ende daer over naar exigentie van saken gestraft sullen werden, Ordonnerende de Procureur Generael hierop goedt regardt te nemen, ende ’t recht van de Heerlijkheit deses landts te bewaren &c. Welke alles in de kamer van de Steden wel erwogen wesende bevinden de Volmachten van dien niet alleen van schadelijke consequentie te sijn int stuk van de regieringe; dan dat deselve resolutie ook is genomen op ongefondeerde rapporten, ende sonder eenichsins te hooren de gene die aldaer beswaert, jae als wettelijk overwonnen genoegsaem veroordeelt werden, behalven dat met de gemelde resolutie aen de kerken van de Gereformeerde religie, ende andere goede Patriotten,


1) Deze resolutie en verklaring, in het boven (blz. 78) genoemde Groot Placaatboek niet opgenomen, is hier overgenomen uit G. Brandt, Historie der Reformatie, Dl. IV, blzz. 767-770.

|84|

soo binnen als buitens slandts groote ergernisse werdt gegeven, ende daer tegens die Nieusgesinde ende vyanden van de kerke merkelijk worden gestijft ende gesterkt, ende alle ’t selve noch meerder sal gebeuren, mitsgaders andere quade gevolgen de Religie nadeelich sullen ontstaen, indien deselve resolutie ter executie soude werden gestelt. Immers dat ook de meer gemelte resolutie niet conform is de resolutie van de Steden in den Jaere 1620 op ’t stuk van d’approbatie der kerkenordre door haer minder getal Staetsgewrjse ingebragt: Verklaren daeromme de Volmagten van de Steden dat se aen de resolutie der platten landen niet begeren deelachtig te sijn, maer verstaen dat de kerkelijke besluitingen kracht ende effect behooren te sorteren Soo ende als Godes woordt medebrengt, ende dien volgende specialijk hier te lande voor desen gebruikelijk is geweest, Ordonnerende hen Gedeputeerden metten Hooch en welgeboren Heer Graef Ernst Casimir onsen Stadtholder, volgens hun Instructie int stuk van de Religie ende Kerkelijke saeken by de Staten des landts eendrachtelijk gearresteert, onverbreekelijk geobserveert, ende door veel acten bevestigt, de goede kerkelijke besluitingen (voor soo veel noot) t’ approberen, ende de goede handt daer aen te holden, dat deselve tot Godes eere ende stichtinge sijner kerke mogen worden geeffectueert, sonder te verwachten tot onse ordinaris vergaderingen ofte landtsdagen, soo sulken trein veeltijts groote inconvenienten inde conscientien ende kerkelijke saeken veroorsaekt, ende sulx tot desen toe by de Gedeputeerden van de Landen selfs niet gebruikelijk is geweest.

Nopende d’approbatie van kerkenordre by de Gecommitteerde van alle kerken der vereenigde Nederlanden eendrachtelijk door de publijke authoriteit van de Ho: Mo: Heeren Staten Generael op die loffelijke Synode tot Dordrecht met last ende volgens voorgaende gebruik beraemt Insisteren de volmachten van de steden hen voorgenoemde resolutie daer op uitgegeven ende verstaen, dat de Dienaeren des Goddelijken woordts niet alleen vry staet, maer amptshalven toekomt, d’approbatie ende onderhoudinge van de gemelte Kerkenordre met allen vlijt te bevorderen, met dien verstande dat de kerken deser Provintie, in ’t achtervolgen van dese generale Kerkenordre, naar eisch der stichtinge behoorlijk acht mogen nemen op haere particuliere gelegentheit ende voorgaende practijk, in voegen ’t selve in de kerken van andere vereenigde Provinciën werdt gepractiseert, ende daer op rede by de Dienaeren des Goddelijken woordts in verscheiden kerkelijke byeenkomsten (die deshalven in de voorsz. resolutie van den 10 July eerder diende gepresen als soo hooglijk getaxeert te worden) hier te Lande is gelet, selfs ook soo verre, dat sy om de vrede der kerken ende haer soo veel doenlijk te voegen nae de resolutie van de Heeren volmachten der platte landen in dato den 30 July 1619 meermaels hebben verklaert, als notoir ende kennelijk is, sonder daer mede andere Nederlandtsche kerken te prejudiciëren, te weden te sijn met observantie van ’t gene in de kerkenordre des Synodi van Dordrecht met voorgaenden gebruik der Kerkenordre ende dese Provincie, Waer toe de Heeren volmaghten van den platten Landen haer selven nae de voorgeroerde resolutie van den 30 July sijn gedraegende, overeenkomt. Soo verre ist van daer, dat sy iedts vreemts wesende niet practicabel tegen de Privilegiën des Landts

|85|

souden souken door te dringen ofte in trein te brengen, ende als pertur-bateurs van de gemeene ruste behooren gestraft te worden. Desen volgenden ordonneren de volmachten van de steden hen Gedeputeerden, Procureur Generael, ende alle Magistraten van de Steden hen met d’executie van de voorsz. resolutie niet te bemoeyen, maer tegen deselve en dergelijke onwettelijke proceduiren alle getrouwe Dienaers des Goddelijcken ivoordts, vrome ledematen ende goede Patriotten, mitsgaders alle kerkelijke vergaderinge in hare eere, goede diensten, getroutvigheit, recht ende welherbrachte vryheden, soo deselve sedert de Reformatie in desen Landen stichtelijk ende vredelijk sijn gebruikt te mainteneren. Ende nadien het de volmachten van den platte Landen op den selvigen dato van den 10 July lestleden wijders belieft heeft, buiten alle weten ende communicatie van de volmachten der Steden, haer aen te matigen d’absoute dispositie in sekere kerkelijke saeke van beroepinge, deselve niet alleen t’ approberen tegens het oordeel des Classis van Leeuwarden ende sonder de saeke nae older gewoonte te laten examineeren by de Deputaten Synodi ofte den Synodum, maer ook daer te vooren een yeder, ende specialijk den Classe voorsz. te ordonneren, om sekeren kerkendienaer voor Predikant tot Belkom te erkennen, mitsgaders den Classi van de Sevenwolden, om hem van sijn kerke of plaetse die hy bedient te ontslaen,

Soo ist dat de volmachten van de Steden wijders genoodtsaekt sijn daer tegens te verklaren, dat die selfde proceduire niet alleen is nieuwe ende van quaeden gevolge in de Regieringe, maer ook strijdich tegens alle voorgaende gebruik van Kerkenorde sedert de Reformatie in dese Provincie geobserveert, volgens welke die haer beswaert vinden in ’t oordeel van den Classe, haer hebben te vervougen by de deputaten Synodi ofte Synodum deser Provincie, in conformiteit van de generale kerken-ordre aller vereenigder Provinciën. Verstaen daerom de volmachten der Steden, dat den kerkendienaer en de gemeente in de voorsz. dispositie gementioneert haer behooren te reguleren nae d’uitspraeke dies Classis ofte de saeke te brengen tot de voorgemelde Hooger Kerkelijke Vergaderinge, ende in cas van hertnekkigheit de selve de kerkelijke straffen onderworpen te wesen.

Aldus gedaen ende gearresteert op ’t landtschapshuis binnen Leeuwaerden by de samtlijke machten van de steden van Vrieslandt, t’Oorconde haer handen hier onder gestelt den 10 Augusti 1622.

Onderstondt :

Tierk Abbes, J. Lamberti, Gerrit Folckert, Jan Maessum, Dirk Obbes, Goossen Willems, Dirk Claessen, J. Gerrit Velten, Jan Broers, Jochem Rierix, G. Simons, Feyt Rijnx, Reinier Allerts, Serapins Tetlum, Bartel Doedes ende Merch Bonnes.

Intusschen hebben de Steden hare approbatie feitelijk niet gehandhaafd, maar zich blijkbaar ten slotte geconformeerd naar de Landkwartieren, zoodat b.v. de resolutie der Staten van den 30 November 1613 (a.w. blz. 481), waarin o. a. de resolutie der drie Landkwartieren van

|86|

den 10 Juli 1622 wordt gehandhaafd, niet alleen door de Volmachten van Oostergo, Westergo en Zevenwolden, maar ook door die van de Steden geteekend is.

Gelijk reeds in de resolutie van den 3 Juli 1619 was uitgesproken, bleef dus in Friesland, wat de Hooge Overheid betreft, de oude kerkelijke ordening gelden. En dit was m.a.w. de Gereformeerde Kerkenordening, naar de redactiën van de Nationale Synoden der 16e eeuw; altijd behoudens de in Friesland geldende „observantien, regten en privilegiën”, bepaaldelijk in zake de predikants-beroepingen. Dat die oude Gereformeerde Kerkenordening ook met uitdrukkelijk goedvinden van de Hooge Overheid voor Friesland van kracht was, blijkt uit hetgeen dienaangaande getuigd wordt in het voorbericht van de eerste uitgave (1757) van Het Compendium der Kerkelyke Wetten van Vriesland, „volgens Kesolutie en Lastgeving der Ed. Mog. Hr. Gedep. Staten van Vriesland” door hunnen Canonicus Ds. G. Nauta bezorgd; welk voorbericht officieele beteekenis heeft, als zijnde, gelijk aan het einde vermeld wordt, „aldus opgestelt, ter visie Examinatie en approbatie van haar Ed. Moog. de Hr. Ged. Staeten van Friesland, en door Expresse order alhier geinsereert.” In dat op gezag der Staten zelven uitgegeven handboek wordt dan ook voortdurend verwezen naar de bepalingen van de Nationale Synoden der 16e eeuw, wier Kerkenordeningen vervolgens ook daaraan zijn toegevoegd.