Ordinantie 2 De gemeenten

 

III. Vormen van gemeente-zijn

Artikel 16.

Gemeenten met wijkgemeenten

a. Tot een wijkgemeente behoren zij die in het ten behoeve van de wijkgemeente bij te houden register van leden van de wijkgemeente zijn ingeschreven.
b. In het register van de wijkgemeente worden — behoudens toepassing van het in artikel 5-3 bepaalde — ingeschreven de leden van de gemeente die binnen het grondgebied van de wijkgemeente hun vaste woonplaats hebben.
c. Als lid van een wijkgemeente kunnen — op hun schriftelijk en gemotiveerd verzoek en met instemming van de kerkenraden van de betrokken wijkgemeenten — in het register van de wijkgemeente ook worden ingeschreven de leden van de gemeente die hun vaste woonplaats hebben binnen een andere tot dezelfde gemeente behorende wijkgemeente.
Weigert een van de betrokken wijkkerkenraden de gevraagde instemming, dan kunnen betrokkenen een beslissing ter zake vragen aan de algemene kerkenraad.
d. Tot de gemeenschap van een wijkgemeente worden gerekend — naast de onder b en c bedoelde leden van de wijkgemeente en de in artikel 3 bedoelde gastleden — de niet-gedoopte kinderen van de leden van de wijkgemeente alsmede degenen die blijk geven van verbondenheid met de wijkgemeente. Het bepaalde in artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.
e. Het bepaalde in artikel 5-1 en 2 is van overeenkomstige toepassing.