B. de ambten en overige diensten
Artikel
B28
schorsing en afzetting ouderlingen en diakenen
B28.1 Een ouderling of diaken die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel de kerkelijke vermaning hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.
B28.2 Het besluit tot schorsing behoeft de toestemming van de kerkenraad van de naburige kerk.
B28.3 Een schorsing geldt voor ten hoogste een periode van vier maanden.
B28.4 De kerkenraad beslist of na de schorsing afzetting moet volgen. Dit besluit behoeft de goedkeuring van de classis.