Ordinantie 4 De ambtelijke vergaderingen

 

II. De kerkenraad

Artikel 10.

De kerkenraad met werkgroepen

De verdeling van taken en bevoegdheden over enerzijds de kerkenraad en anderzijds de kleine kerkenraad, de sectieteams en de taakgroepen wordt aangegeven in een door de kerkenraad na overleg met de kleine kerkenraad, de sectieteams en de taakgroepen vast te stellen regeling met dien verstande dat
a. aan de kerkenraad wordt toevertrouwd:
- de algemene leiding aan de opbouw van de gemeente in de wereld;
- de zorg voor de dienst van Woord en sacramenten;
- het nemen van de besluiten als genoemd in artikel 8-7;
- het vaststellen van het beleidsplan ter zake van het leven en werken van de gemeente;
- het vaststellen van de begrotingen en de jaarrekeningen;
- het beroepen van de predikanten en het leiding geven aan de daaraan voorafgaande verkiezing;
- het opzicht over de leden van de gemeente voor zover dat door de orde van de kerk is opgedragen aan de kerkenraad;
- het vaststellen van de plaatselijke regelingen als bedoeld in artikel 7-2;
en voorts, tenzij de kerkenraad een of meer van de volgende taken heeft opgedragen aan de kleine kerkenraad:
- het leiding geven aan de verkiezing van de ouderlingen en de diakenen als bedoeld in ordinantie 3-6 en de benoeming van de kerkrentmeesters die geen ouderling zijn;
- het aanwijzen van de afgevaardigde naar de classicale vergadering;
b. aan de kleine kerkenraad wordt toevertrouwd:
- het toetsen van het werk van de sectieteams en de taakgroepen aan het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan;
- de instelling van de sectieteams en de taakgroepen en de benoeming van de leden daarvan;
- het vaststellen van de instructies van de sectieteams en de taakgroepen.1


1 Wijziging kerkorde, ordinantie 4-10-7, besluit generale synode d.d. 23 september 2011, ingegaan 1 januari 2013.