Algemene overgangsbepalingen

 

Voorbereidende maatregelen

Het rooster voor de samenstelling van de algemene kerkenraad als bedoeld in ord. 4-9-2 wordt in afwijking van overgangsbepaling 181
- in een centrale gemeente als bedoeld in ord. 2-9 van de hervormde kerkorde (HKO),
- in een kerk waar wijkkerkenraden zijn ingesteld als bedoeld in art. 39 van de gereformeerde kerkorde (GKO),
- in een gemeente met wijkgemeenten als bedoeld in ordening H van de evangelisch-lutherse kerkorde (LKO), en
- waar een hervormde gemeente en een gereformeerde kerk een brede interkerkelijke samenwerking zijn aangegaan en een algemene kerkenraad is gevormd als bedoeld in de interimregeling brede interkerkelijke samenwerking (federatie) van een hervormde centrale gemeente en een gereformeerde kerk met wijkkerkenraden art. 2 van de Tussenorde,
vastgesteld voor 1 februari 2004.
De wijkkerkenraden van deze gemeenten wijzen voor 29 februari 2004 volgens genoemd rooster de leden aan van de algemene kerkenraad van de betreffende gemeente.
Waar toepassing is gegeven aan overgangsbepaling 233 is een wijkkerkenraad die een ouderling die tevens kerkrentmeester is als lid van de algemene kerkenraad dient aan te wijzen, bevoegd tot uiterlijk 1 januari 2006 in diens plaats een ouderling die geen kerkrentmeester is aan te wijzen.