Algemene overgangsbepalingen.

K. De generale synode.

Indien en voorzover bij de benoeming door de generale synode van leden van commissies, raden en andere organen zulk een benoeming geschieden moet op voordracht van andere lichamen, wordt met de vervulling van de betrokken vacatures gewacht, totdat deze voordrachten zijn ingekomen, waarvan de betrokken lichamen, onder leiding van het in leeftijd oudste aanwezige lid, vóór 7 April 1951 bijeengekomen, vóór 10 April 1951 kennis geven aan de scriba der generale synode, terwijl de synode voor dit doel bijeenkomt op 16 April 1951 en volgende dagen, in welke vergadering zij tevens de voorzitters en secretarissen van haar organen van bijstand aanwijst.