Algemene overgangsbepalingen.

B. De commissie van overgang.

Deze commissie is voor haar beleid verantwoording schuldig aan de generale synode en heeft tot taak:
a. de meerdere ambtelijke vergaderingen der Kerk van voorlichting te dienen, indien en voorzover deze zich bij de naleving van overgangsbepaling no. 6 voor bijzondere moeilijkheden gesteld zien;
b. ingeval van een geschil over uitleg of toepassing van een overgangsbepaling een eindbeslissing te geven;
c. een voorziening te geven in de gevallen, waarin deze overgangsbepalingen niet of onvoldoende mochten voorzien, met dien verstande nochtans dat de gevallen, die betrekking hebben op het belijden of het dienstboek der Kerk, worden voorgelegd aan de generale synode, die daarin een eindbeslissing geeft;
d. in bijzondere gevallen, waarin naar het oordeel van de commissie van overgang een overgangsbepaling voor een concreet geval van ondergeschikt belang voor een bepaald lichaam te belemmerend of niet toereikend zou zijn, ten behoeve van dat lichaam voor dat bepaalde geval een van de algemene overgangsbepalingen afwijkende bijzondere bepaling te stellen, met dien verstande, dat deze bepaling uiterlijk op 31 December 1955 automatisch vervalt;
e. voor, bij de practische toepassing van de ordinanties of generale regelingen aan de dag getreden, onduidelijkheden, oneffenheden en niet of onvoldoende geregelde gevallen een voorlopige correctie aan te brengen, die van kracht blijft tot 31 December 1955.