Ordinantie voor de catechese.

 

III. De catecheet.

Artikel 10.

De benoeming tot catecheet.

De catecheet is werkzaam ten behoeve van een of meer kerkelijke gemeenten en verricht zijn werkzaamheden in opdracht van en onder verantwoordelijkheid aan de kerkeraad, in samenwerking met de kerkeraadscommissie voor de catechese en in gemeenschap met de raad voor de catechese en, indien hem een opdracht wordt gegeven op het terrein van het jeugdwerk, in contact met de raad voor het jeugdwerk.