Ordinantie voor de opleiding en vorming van de dienaar des Woords en voor de theologische arbeid der Kerk.

 

III. De toelating tot de evangeliebediening.

Artikel 12.

De gedelegeerden voor de toelating tot de evangeliebediening.

De toelating tot de bediening van het Evangelie en het recht om te staan naar het ambt van dienaar des Woords worden — na een colloquium met hem, die deze toelating en dit recht begeert — verleend door gedelegeerden van de provinciale kerkvergaderingen voor de toelating tot de evangeliebediening, waartoe iedere provinciale kerkvergadering uit de predikanten en ouderlingen van haar ressort voor een tijdvak van vier jaren drie gedelegeerden, waaronder steeds tenminste één predikant en één ouderling, aanwijst, met voor ieder hunner een secundus en een tertius, die hetzelfde ambt dragen als de primusl