Ordinantie voor de opleiding en vorming van de dienaar des Woords en voor de theologische arbeid der Kerk.

 

II. Het kerkelijk examen.

Artikel 10.

De vorming van hen, die bij een andere Kerk in de evangeliebediening zijn werkzaam geweest.

Zo iemand, die tot predikant of geestelijke is opgeleid, of als zodanig heeft dienst gedaan bij een andere Kerk hier te lande of in het buitenland, begeert tot de evangeliebedieninig in de Nederlandse Hervormde Kerk te worden toegelaten, beoordeelt de commissie voor het theologisch hogere onderwijs — de kerkelijke hoogleraren gehoord — voor elk geval afzonderlijk de waarde van de wetenschappelijke opleiding door de aanvrager genoten; stelt zij, in overleg met de betrokken kerkekelijke hoogleraren, zo nodig de vereisten voor een bijzonder kerkelijk examen, waaraan hij zich heeft te onderwerpen, vast; en bepaalt zij van welke vereisten voor de toelating tot het colloquium hem dispensatie wordt verleend.