Ordinantie voor het apostolaat.

 

III. De arbeid ter kerstening.

C. De verbreiding van het Evangelie onder hen, die daarvan zijn vervreemd.

Artikel 24.

De raad voor de arbeid ter verbreiding van het Evangelie.

De raad richt zich daarbij onder meer op
de scholing en opleiding van hen, die hetzij in ambt of bediening, hetzij in een niet-kerkelijk verband een bijzondere plaats in die arbeid zullen hebben in te nemen;
het organiseren van samenkomsten ter bevordering van de arbeid ter verbreiding van het Evangelie;
het te dien einde stichten en in bedrijf brengen van vormingscentra en het contact of samenwerking zoeken met bestaande vormingscentra;
het vormen van een geestelijk centrum voor allen, die hetzij in ambt of bediening, hetzij in een niet-kerkelijk verband in deze arbeid werkzaam zijn;
de scholing, opleiding of nazorg van hen, die op verwante terreinen in ambt of bediening worden tewerk gesteld;
de toerusting van gemeenteleden en ambtsdragers tot de vervulling van hun apostolische taak.