Hoofdstuk 1

De ambten van de kerk

IV. De ouderlingen en de diakenen

Artikel 23

Lid
1

De ouderlingen en de diakenen zullen gedurende een door de kerkenraad vast te stellen periode zitting hebben. De kerkenraad kan deze periode voor eenmaal met één jaar verlengen; hij zal dan mededeling aan de gemeente doen van de redenen, die hem daartoe genoopt hebben.