|151|

5.9 Predikanten met een bijzondere opdracht

Ook de predikanten met een bijzondere opdracht verrichten werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met de vervulling van het ambt van predikant (ord. 3-23-1). Ook nu moet de vraag of voor het vervullen van hun functie de bevestiging in het ambt wenselijk of noodzakelijk is, worden beoordeeld door de kleine synode. Een verschil met de predikanten in algemene dienst is dat zij — behalve door de classicale vergadering, de evangelisch-lutherse synode en de generale synode — ook door een kerkenraad of algemene kerkenraad kunnen worden beroepen, maar niet door een algemene classicale vergadering. Er zijn nauwelijks situaties voorstelbaar waarin aan dat laatste behoefte zal zijn.

Het belangrijkste verschil is echter dat zij in dienst zijn van een instelling en dat hun rechtspositie dus buiten de kerk ligt. Om een paar voorbeelden te noemen: te denken valt aan een ziekenhuispredikant, een legerpredikant of justitiepredikant, een radiopastor of schooldecaan.

Zij worden beroepen ‘voor de duur van de werkzaamheden’ (ord. 3-23-3). Met andere woorden: als aan het dienstverband bij de instelling een einde komt, komt daarmee vanzelf een einde aan de ambtsbediening en wordt de predikant beroepbaar predikant (zie § 5.6).

Nog sterker dan bij de predikanten in algemene dienst, die in dienst zijn van (een onderdeel van) de kerk, geldt van de predikanten voor bijzondere werkzaamheden dat zij in een dubbele loyaliteit staan. De ambtelijke vergadering is verantwoordelijk wat betreft het ambtelijke werk en de instelling waar deze predikant in dienst is, treedt op als werkgever. Om te voorkomen dat daarover spanningen ontstaan, moeten er met de instelling afspraken worden gemaakt waarin de verantwoordelijkheid van zowel de kerk als de instelling wordt geregeld (ord. 3-23-4). Als het beroep door een (algemene) kerkenraad wordt uitgebracht, moet het breed moderamen van de classicale vergadering erop toezien dat er inderdaad goede afspraken zijn gemaakt (ord. 3-23-6).

Voor het overige zijn de bepalingen dezelfde als die voor de predikanten in algemene dienst (zie § 5.8).

De kerkorde sluit de mogelijkheid niet uit dat een predikant voor gewone werkzaamheden, die in deeltijdfunctie is beroepen, daarnaast beroepen wordt als predikant in algemene dienst of als predikant met bijzondere opdracht. In dat geval oefent men het (ene) ambt van predikant op twee verschillende plaatsen uit.