2.3 De gemeente

Een gemeente is een protestantse gemeente, een hervormde gemeente, een gereformeerde kerk of een evangelisch-lutherse gemeente (art. II-2, ord. 2-11-1). Binnen eenzelfde gebied kunnen deze gemeenten naast elkaar voorkomen. De gemeenten bezitten als zelfstandig onderdeel van de kerk rechtspersoonlijkheid.

De gewone (wijk)gemeenten zijn allereerst geografisch bepaald: als leden van de gemeenten worden ingeschreven de leden van de kerk die binnen haar gebied wonen (ord. 2-2-2). Daarnaast kunnen ook anderen op hun verzoek als lid worden ingeschreven. Tot een (wijk)gemeente van bijzondere aard (ord. 2-13-5 en 2-16-8) behoort men slechts op eigen verzoek.

 

Aan de gemeente wordt leidinggegeven door de kerkenraad (art. VI-2 en 4, ord. 4-6 t/m 13). Het dagelijks bestuur van de kerkenraad wordt gevormd door het moderamen.

De kerkenraad vertrouwt de verzorging van vermogensrechtelijke aangelegenheden die niet tot de taak van de diakenen behoren, toe aan het college van kerk-rentmeesters (ord. 11-1-2). De gemeente wordt terzake vertegenwoordigd door

|74|

de voorzitter en de secretaris of hun plaatsvervanger(s) tezamen (ord. 11-5-1).

De kerkenraad vertrouwt de verzorging van vermogensrechtelijke aangelegenheden van diaconale aard toe aan het college van diakenen (ord. 11-1-2). Het college van diakenen oefent deze taak uit als bestuur van de diaconie die rechtspersoonlijkheid bezit en de gemeente vertegenwoordigt in vermogensrechtelijke aangelegenheden van diaconale aard. De gemeente wordt terzake vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris of hun plaatsvervanger(s) tezamen (ord. 11-5-2).

In alle overige zaken wordt de gemeente vertegenwoordigd door de preses en de scriba van de kerkenraad of hun plaatsvervanger(s) tezamen (ord. 11-5-3).

 

Een gemeente kan worden ingedeeld in twee of meer wijkgemeenten. In dat geval hebben alleen de gemeente in haar geheel en de diaconie van de gemeente in haar geheel rechtspersoonlijkheid. Een wijkgemeente heeft geen rechtspersoonlijkheid (ord. 11-5-1), behoudens toepassing van ovb. 82.

In een combinatie van gemeenten (ord. 2-15) behouden de gemeenten die de combinatie vormen elk hun rechtspersoonlijkheid en komt aan de combinatie geen rechtspersoonlijkheid toe.

In een streekgemeente (ord. 2-17) behouden de tot de streekgemeente behorende gemeenten elk hun rechtspersoonlijkheid, maar bezit ook de streekgemeente zelf rechtspersoonlijkheid (ord. 11-5-1). Een tot de streekgemeente behorende huis-gemeente (ord. 2-17-4) bezit geen rechtspersoonlijkheid (ord. 11-5-1). Voor andere vormen van samenwerking of samenwerkingsverbanden van gemeenten, zoals de gemeenschappelijke regeling (ord. 4-11) of het ringverband (ord. 4-17), geldt dat zij geen rechtspersoonlijkheid bezitten.

Bij vereniging (fusie), splitsing en samenvoeging van gemeenten en de vorming van een nieuwe gemeente vindt toepassing van de generale regeling fusie en splitsing plaats.