13.16 Opleiding en vorming voor de missionaire arbeid

Ordinantie 13 spreekt als zodanig niet over de opleiding en vorming van degenen die in de missionaire arbeid werkzaam willen zijn. Men kan behalve aan missionair predikanten ook (en misschien wel primair) denken aan docenten, deskundigen op medisch of agrarisch gebied en dergelijke, die in een ambt of dienst werkzaam zijn. In ord. 14-7-6 wordt deze opleiding wel vermeld en de verdere uitwerking is te vinden in de generale regeling opleiding predikanten (art. 13 t/m 17).

Daarvoor is een apart instituut ingesteld, het Hendrik Kraemer Instituut, dat bestuurlijk een geheel vormt met het Theologisch Seminarium Hydepark, maar een eigen rector heeft. Een speciale adviesraad zorgt voor een adequate begeleiding. Historisch ligt de rol van het Hendrik Kraemer Instituut vooral in opleiding en vorming voor de zending. Daarvoor kent men een eigen geschiktheidsonderzoek. Zendingspredikanten zijn predikanten met een bijzondere opdracht (zie ord. 3-23). Zij hebben echter een eigen rechtspositieregeling die is vastgelegd in ‘de uitzendvoorwaardenregeling voor medewerkers van de Protestantse Kerk in Nederland’ (G.R. rechtspositie medewerkers, art. 31). Het Hendrik Kraemer Instituut leidt overigens niet alleen op voor de zendingsdienst, maar ook voor binnenlands missionair en diaconaal werk. Bovendien speelt het een rol in de opleiding en vorming van hen die leidinggeven in migrantenkerken in Nederland.