II. Bijzondere bepalingen.

Hoofdstuk III.

Het Kerkelijk Bestuur over al de Gemeenten te zamen.

Tweede afdeeling.

De Algemeene Synodale Commissie.

Aan deze commissie is opgedragen:
1º. het uitvoeren van alles wat de Synode haar heeft in last gegeven;
2º. het toezigt op de nakoming van alle kerkelijke reglementen en synodale besluiten;
3º. de behandeling en beslissing in vorderingen tot cassatie van in appel gedane uitspraken, overeenkomstig art. 15;
4º. het toezigt op de administratie der algemeene kerkelijke fondsen, met magt, om, waar de zaak bij uitstel lijden zou, daaromtrent te doen hetgeen der Synode is;
5º. het houden van zoodanig algemeen toezigt op de administratie van kerkelijke goederen, als haar bij een reglement zal worden opgedragen;
6º. de behandeling van spoedvorderende zaken, welke tot de bevoegdheid der Synode behooren;
7º. De correspondentie, omtrent alle voorkomende zaken, met collegiën van kerkelijk bestuur en beheer, met de Godgeleerde faculteiten en met de Hooge Regering.