Artikel 16

Kerkrecht en kerkorde, algemeen besluit en opdrachten 
(agenda 3.1)

​13-04;26-09-02

Commissie: deputaatschap Kerkrecht en kerkorde

Materiaal:

1. opdracht van de Generale Synode Leusden 1999 aan tijdelijke deputaten kerkrecht en kerkorde, Acta art. 43, om na onderzoek van de kerkrechtelijke implicaties van de besluiten van de Generale Synode Leusden 1999 hierover adviezen uit te brengen aan de volgende synode;
2. rapport van deputaten voor kerkrecht en kerkorde, januari 2002;
3. aanvullend rapport van deputaten voor kerkrecht en kerkorde, februari 2002;
4. brief van br. R. de Boer en zr. I.J.P. de Boer-Buikema te Emmeloord d.d. 30 maart 2002 met het verzoek tot revisie van de Acta GS Leusden 1999, art. 43, omdat dit een zaak betreft die niet door de kerken aan de orde gesteld is, waarmee de synode zich bevoegd verklaart om zelfstandig besluiten te nemen buiten de kerken om, en omdat de synode zelf rekening dient te houden met alle bijkomende aspecten van hun besluitvorming.

Besluit 1:

aan het verzoek van br. en zr. De Boer niet te voldoen.

Gronden:

1. het door hen aangevoerde argument, dat generale synodes bij hun besluiten zelf rekening dienen te houden met alle bijkomende aspecten en dit niet aan deputaten moeten overlaten, berust op een misverstand. Het rapport dient juist om volgende synodes daartoe beter in staat te stellen;
2. bovendien heeft een generale synode de bevoegdheid aan deputaten zaken toe te vertrouwen die zij zelf niet in haar zittingen tot een goed einde kan brengen, opdat de volgende synode na goede voorbereiding zal kunnen besluiten. Zodoende geschiedt er niets buiten de kerken om.

Besluit 2:

(tijdelijke) deputaten kerkrecht en kerkorde decharge te verlenen voor door hen verrichte werkzaamheden, met de aantekening dat op enkele punten verdere uitwerking en bezinning nodig is.

Grond:

deputaten hebben veel werk verzet om hun veelomvattende opdracht zo goed mogelijk uit te voeren. In hun rapportage geven ze een duidelijke verantwoording. De Generale Synode

||

Zuidhorn kon in veel zaken besluiten nemen. Deputaten hebben echter niet alle opdrachten kunnen uitvoeren en vragen ook zelf om een vervolgopdracht.

Besluit 3:

een deputaatschap Kerkrecht en kerkorde te benoemen met de volgende opdrachten (hierin zijn tevens eerder genomen besluiten van de Generale Synode Zuidhorn verwerkt):
a. te onderzoeken ten aanzien van welke generaal-synodale besluiten, bepalingen, regelingen, richtlijnen, handreikingen e.d. nog verheldering nodig is op het punt van status en rechtseffect, en daarover voorstellen te doen;
b. te overleggen met de Theologische Universiteit en deputaten Archief en documentatie over digitalisering van de Acta van de synodes sinds 1892;
c. het besluit van de Generale Synode Zuidhorn inzake art 8 KO te verwerken in een voorstel tot wijziging van dit artikel, waarbij alleen de hoofdzaak en niet de procedure in de kerkorde wordt opgenomen;
d. onderzoek te verrichten of deelneming van predikanten uit onze kerken aan de geestelijke verzorging in inrichtingen van justitie en instellingen van gezondheidszorg op verant- woorde wijze mogelijk is, en of artikel 12 KO toereikend is voor de kerkrechtelijke regeling van hun benoeming en positie; en hierbij deputaten Kerk en overheid te raadplegen;
e. een studie te doen naar de mogelijkheid om appèl in plaatselijke geschillen tot één of twee instanties te beperken; en hierbij deputaten Appèlzaken GS te raadplegen;
f. te overleggen met deputaten Dienst en recht om advies uit te brengen over een tweede beroepsinstantie bij geschillen tussen een predikant en zijn kerkenraad op het gebied van ambtsvervulling en arbeidsrecht;
g. zich te bezinnen op criteria waaraan revisieverzoeken moeten voldoen; en hierbij deputaten Appèlzaken GS te raadplegen;
h. de aan de Generale Synode Zuidhorn 2002 voorgelegde vragen inzake het recht op de doop van Nederlandse aspirant-adoptief-kinderen (Acta art. 35) te bestuderen en op basis daarvan de volgende synode te dienen met een voorstel, hoe de vragen en onduidelijkheden met betrekking tot het tijdstip van de doop van Nederlandse aspirant-adoptiefkinderen het beste kunnen worden beantwoord dan wel opgelost;
i. in overleg met deputaten Bijbelvertaling:
 i. onderzoek te doen naar de (vooral) kerkrechtelijke vragen met betrekking tot kerkelijke ijking van bijbelvertalingen en het generaal-synodaal vrijgeven van een vertaling annex de afbakening van bevoegdheden in dezen;
 ii. na te gaan, welke besluitvorming er ten aanzien van het gebruik van bijbelvertalingen in de kerkdiensten in de huidige situatie en voor de komende jaren op generaal-synodaal niveau nodig is;
j. in samenwerking met deputaten Huwelijk en echtscheiding zich te bezinnen op de vraag of en hoe wijziging van art.70 KO op termijn dient plaats te vinden;
k. te overleggen met deputaten Huwelijk en echtscheiding inzake de door hen ontvangen opdracht om te bestuderen of er in het licht van de Schrift aanvullende maatregelen van vermaan en tucht mogelijk en wenselijk zijn;
l. betreffende herziening van de kerkorde:

||

 i. de eerstkomende generale synode te dienen met een herziene formulering van de kerkorde-artikelen met betrekking tot liturgie in de geest van de Koersbepaling zoals door de Generale Synode Zuidhorn 2002 aanvaard;
 ii. de eerstkomende generale synode voorts van advies te dienen met een rapport of er ook op andere onderdelen herziening van de kerkorde noodzakelijk dan wel gewenst is;
 iii. bij positieve beantwoording van het onder ii. genoemde de eerstkomende generale synode te dienen met voorstellen inzake onderdelen van de kerkorde die herziening behoeven;
 iv. bij de voorbereiding van de onder iii. genoemde werkzaamheden te letten op kerkrechtelijke ontwikkelingen in kerkgenootschappen waarmee op landelijk niveau contactoefening plaatsvindt;
m. op basis van het aan de Generale Synode Zuidhorn 2002 aangeboden rapport van deputaten Kerkrecht en kerkorde ten aanzien van de kerkelijk werkers:
 i. in overleg met deputaten Dienst en recht verdere bezinning te (laten) doen en beleid te ontwikkelen ten aanzien van de vragen rond de verhouding van kerkelijk werkers en ambtsdragers;
 ii. als de bezinning daartoe aanleiding geeft, handreikingen op te stellen die de plaatselijke kerken kunnen gebruiken bij het aanstellen van een kerkelijk werker. Bij de formulering ervan dienen deputaten rekening te houden met en aan te sluiten bij de diverse situaties die in de kerken voorkomen;
 iii. de volgende generale synode te dienen met een voorstel ten aanzien van wat als generaal-synodale regelgeving in dezen zou moeten worden aanvaard;
 iv. vanuit zijn deskundigheid te adviseren met betrekking tot vragen die vanuit de praktijk aan deputaten worden voorgelegd;
 v. als kerkelijk aanspreekpunt te fungeren voor overleg met instellingen waar de opleiding tot kerkelijk werker plaatsvindt;
n. het rapport over hun werkzaamheden een half jaar voor het begin van de eerstkomende generale synode aan de kerken toe te zenden;
o. rekening te houden met een verzoek van de eerstkomende generale synode om deze synode van dienst te zijn in de kerkrechtelijke voorbereiding van de behandeling van ingekomen stukken.

Grond (aanvullend bij de gronden die reeds in hier geïntegreerde besluiten zijn opgenomen):

telkens weer komt op een synode de vraag naar kerkrechtelijke implicaties van aan haar voorgelegde zaken en door haar te nemen besluiten. Het is voor een zorgvuldige weging van zulke aangelegenheden en consistentie in de advisering en besluitvorming goed dat opnieuw een deputaatschap Kerkrecht en kerkorde wordt benoemd.

Op 13 april begint de synode aan de behandeling van de zaken rond kerkrecht en kerkorde. Als deputaten zijn dan aanwezig ds. H. Pathuis en prof. dr. M. te Velde. Prof. Te Velde wijst erop, dat deze deputaten met vier clusters van vragen te maken hadden. Allereerst met vragen rond de kerkorde, eventuele wijziging ervan en een teksteditie. Een tweede cluster gaat over vragen rond de revisie van synodebesluiten; een derde over de positie van de kerkelijk werker en in een vierde cluster komen de vragen terecht die andere deputaatschappen stellen aan het deputaatschap kerkrecht en kerkorde.

||

De deputaten ontvangen decharge voor hun beleid op 26 september. Op diezelfde dag wordt hun instructie vastgesteld. De afgevaardigde ds. Pathuis blijft als deputaat buiten stemming.