De broeders aenghehoort hebbende de propositie ende beschuldinghe die Gallinaceus ghedaen heeft teghen Michaelem Andriess, ende ouerwoghen hebbende de crancke ontschuldinghen desseluen Michaelis, hebben ghekent ende wtghesproocken dat hij schuit heeft, Is oock ghestraft dat hij sich inde Classische versamelinghe vanden Briel selden heeft laten vinden, ende doch gheen oorsaecke sijns wtblijuens laten weten. Hier in heeft Michael sijne schuldt ende sonde voor der versamelinghe des Sijnodi bekent, ende voort aen ghehoorsaemheijt belooft.
Heeft oock sijn schuldt bekent van dat hij in Dirxlandt comende sijnen Dienst daer aengheboden heeft sonder der Kercke attestatie sijns afscheijdts van der vorigher Ghemeijnte van Heenvliet, daer hij ghedient heeft, te vertoonen, noch hier van eenich ghewach te makken.
Op de vraghe wt het schrijuen Gallinacei, die gheschreuen hadde dat Michael sijne Ghemeijnte trowlooselijck verlaten heeft (t’ welck hij Michael missaeckt) Of Michael sijnen Dienst eener anderen Kercke belouende, sonder metweten sijner Ouerheijt ende Classe, met der waerheijt mach gheseijt worden sijne Ghemeijnte van Heenuliet, trowlooselick verlaten te hebben, hebben de broeders gheantwoort, Ia. Ouermidts Michael sich met deser beloftenisse (die sonder conditie, of het der Ouerheijt ende Consistorie belieuen soude, gheschiet is) aen eener anderen Ghemeijnte, soo veel in hem is verbonden heeft. Bijsonder soo valt dese clachte teghens hem, ouermidts hij van te vooren bekent heeft, de Classische versamelinghen onbehoorlicken versuijmt te hebben: Het welcke met der waerheijt gheheeten mach worden, Sijner ghemeijnte die behoorlicke trow niet houden, bijder welcke een Dienaer ghehouden is te blijuen tot sijn doot of tot eenen behoorlicken afscheijt toe.
Aengaende de beschuldinghen van die vanden Haghe teghen Michaelem voorss., ten eersten dat hij met toorn ende onwillicheijt sich onghehoorsaemlick teghen de Consistoriale broeders aldaer ghedraghen, ende somtijdts met toornighen ghemoet wt de Consistorie gheloopen soude hebben, Ten tweeden, dat hij niet te vreede en is gheweest met het huijs twelck hem vander Ghemeijnte toe gheleijt was, ende alsoo die Ghemeijnte voorss. op costen ghebracht heeft, Ten derden dat hij sich opentlick van der Consistorie op den predickstoel niet sonder erghernisse beclaecht heeft, Hebben de broeders besloten datmen den ghedeputeerden broeder vanden Haghe aensegghen sal dat de Sijnodus wel acht dat hij na wtwijsen der persuasie sijner conscientie dese punten der beschuldinghe voortghebrocht heeft, Doch nademael hij Michael die ontkent, ende daer gheen ghetuijghenisse aen beijden sijden en is, ende die stucken soo seer swaer niet en sijn, Datmen dese dinghen begrauen sal, ende hem int generael vermanen dat sulcke stucken als verhaelt sijn eenen Dienaer seer qualicken betamen, Oock dat hij Michael in sijn eijghen conscientie gae, of hij hier inne schuldich is, ende soo hij onschuldich is, hem voor sulx wachte.
Is besloten datmen Michaeli sal aensegghen dat hij om een oock der stucken wille die Gallinaceus hem voorwerpt ende hij niet en ontkent, weerdich is van sijnen Dienste ghedeposeert ende afgheset te worden, Doch nademael men niet soo seer op sijne verdienste acht neemt, als op de teerheijt der eersten beghinsselen der Kercke, daer noch alle dinghen niet te deghen in orden ghestelt en is, ende alle Dienaers vande ordeninghe der Kercke gheen grondich verstant ende kennisse en hebben, Is besloten, Dat Michael noch in sijnen Dienst blijuen ende heftelick vermaent worden dat hy sulcks niet meer en doe etc. Ende sal van hem gheeijscht worden dat hij bekenne weerdich te sijn afgheset te worden, ende om verghiffenisse sijner schuldt Godt ende de broeders bidde.
Dit heeft Michael gheweijghert te bekennen ende te doen, ende is onversoent van den broederen wechghegaen, hertelicken vermaent sijn [lees: sijnde] dat hij sich wel bedencken soude.