Cap. I. Byzondere Vragen.

Primae Coloniensium quaestioni responderunt Fratres, quae conscientiae sunt, verbo Dei probanda; quae vero ad ordinem spectant, aut indifferentia sunt, ad eam necessitatem non esse redigenda.

Op de eerste vrage van die van Keulen, of alle dingen met de H. Schrift bevestigt moeten worden? Zoo hebben de Broederen geantwoort, dat die dingen, welke de conscientie aangaan, met Gods Woort moeten bevestigt worden, maar die geene die de ordeninge der Kerken aangaan of middelmatig zyn, moeten tot zulk een noodzakelykheid niet gedreeven worden.