Kuyper, H.H.

Een tweetal vragen (I)

Genre: Literatuur, Bladartikel

Een tweetal vragen (I)

In het „Gereformeerde Kerkblad” voor Drente en Overijsel stelt de redacteur Ds Vellenga mij een tweetal vragen naar aanleiding van de stellingen door mij op de Gereformeerde predikanten conferentie te Leeuwarden verdedigd, waarop ik hem gaarne een antwoord geven wil.

De eerste vraag raakt de vijfde stelling, welke aldus luidde: volgens Gereformeerd Kerkrecht is, evenals de Kerkeraad de representatie der plaatselijke Kerk is, zoo ook de Synode de representatie der Kerken, die hier door haar afgevaardigden samen komen, hetzij in classicaal, nationaal of oecomenisch verband.

Ds Vellenga stemt wel toe, dat in bepaald opzicht, de Synode de representatie der Kerken is, gelijk een kerkeraad het is van een kerk, bijv. wanneer de Koningin met haar regeeringsjubileum gelukgewenscht wordt door de Synode, want dan representeert de Synode alle kerken, maar minder duidelijk is het volgens hem, wanneer straks in dit woord representatie de gedachte wordt ingedragen of daaruit afgeleid, dat nu geheel de verhouding van plaatselijke kerk en classis gelijk is aan die van de gemeente en den kerkeraad, en met name dat het gezag van een classis voor een kerkeraad soortgelijk is als dat van een kerkeraad over een gemeente, hetgeen hij meent, dat door mij met deze stelling zou zijn bedoeld.

Ds Vellenga zoekt in deze stelling meer dan er in ligt. Op de vraag, welk gezag aan de meerdere vergaderingen toekomt en in hoeverre dit gezag soortgelijk is aan het gezag van den Kerkeraad over de gemeente, handelt deze stelling niet. Al ben ik bereid ook op die vraag een antwoord te geven, die vanzelf aan de orde komt bij de bedenking door Dr Vellenga tegen de zesde stelling ingebracht, in stelling vijf was alleen de vraag, welk karakter de meerdere vergaderingen dragen. Wat nu den Kerkeraad betreft, staat het wel vast, dat deze de gemeente representeert. In Art. XI van onze Kerkenorde staat dit en nog sterker in ons bevestigingsformulier der ouderlingen. „De Dienaren des Woords en de ouderlingen maken samen een college of gezelschap, zijnde als een Raad der Kerk en vertoonende de heele gemeente”. In dien zin wordt het woord van Christus in Matth.18 verklaard: zeg het de gemeente. Dit representatief karakter berust daarop, zooals ons bevestigingsformulier zegt en ook in onzen Catechismus staat, dat ze door de gemeente verkoren zijn. Maar evenzoo — alleen het tertium comparationis geldt hier — zijn de meerdere vergaderingen de representatie der kerken, die hierheen met volmacht om uit haar naam te handelen hare afgevaardigden zenden. Zoo zegt de Schotsche Kerk in haar Kerkenorde terecht, dat de nationale Synode een wettige vergadering is van al de kerken in het rijk of de natie, en evenzoo van een oecumenisch concilie, dat dit representeert de universeele Kerk van Christus. (The second book of Discipline Chap. VIII Art. 21 en 25). In dit representatief karakter van de meerdere vergaderingen ligt het sterkste tegengif tegen alle hierarchie. Zooals de Kerkeraad, omdat hij de gemeente representeert, niet handelen mag zonder en buiten de gemeente om, maar bij de verkiezing der ambtsdragers en bij de excommunicatie niet handelen mag zonder de approbatie of de stilzwijgende toestemming der gemeente, zoo hebben ook de meerdere vergaderingen, die de Kerken vertegenwoordigen, of waar de Kerken vertegenwoordigd zijn door hare afgevaardigden, steeds rekening te houden met den lastbrief door de kerken gegeven, ten einde nu namens deze kerken hare beslissingen te nemen. De voorstelling van Ds Vellenga, alsof dit representatief karakter alleen zou gelden naar buiten, d.w.z. bij gelukwenschen aan de Koningin, is daarom ten eenenmale onjuist. Ook wanneer de Synode de belijdenis vaststelt of de Kerkenorde, doet ze dit uit naam en op gezag van al de kerken, die vertegenwoordigd zijn. Door dit representatief karakter aan de Synode te ontkennen, zou wat zeker de bedoeling van Ds Vellenga niet is, de Synode een zelfstandig bestuurscollege boven de Kerken worden.

Op de tweede vraag, die van meer belang is, moge ik in een volgend artikel het antwoord geven.