Velde, M. te

Invoering van appèlregelingen

1997

|57|

Invoering van appèlregelingen

Effect van een pleidooi

 

door M. te Velde

 

Op 30 april 1994 verscheen het themanummer van De Reformatie waarin de GWG-werkgroep de invoering van een goede appèlregeling in de kerken bepleitte. Er werd vooral aan de classes gedacht. De classis is immers het niveau waarop het meest frequent een appèlzaak aan de orde komt. Het pleidooi van de werkgroep heeft kennelijk effect gehad. Dat blijkt uit een klein onderzoekje dat ik heb gedaan via een rondschrijven aan één predikant in elke classis. Dankzij hun informatie kunnen we per eind april 1997, drie jaar na verschijning van het themanummer, van de stand van zaken in de classes het volgende overzicht geven40.

 

Overzicht

De Gereformeerde Kerken tellen dertig classes. In twaalf classes is een regeling aanvaard, meestal met enkele kleine wijzigingen ten opzichte van het concept van de werkgroep. Van deze twaalf classes hebben negen gekozen voor een voorbereiding van appèlzaken door een deputaatschap, drie kozen voor het commissie-model41. Het gaat hier om de volgende classes: Amersfoort, Arnhem, Assen, Grootegast, Harderwijk, Hattem, Kampen, Leeuwarden, Noord-Brabant/Limburg, Utrecht, Zutphen, Zwolle.
In vijf classes is een appèlregeling nog in voorbereiding. Het gaat hier om de classes: Alkmaar-Haarlem, Axel, Rotterdam, Stadskanaal, Warffum.
In dertien classes heeft men geen appèlregeling en is die ook nog niet in voorbereiding. Het gaat hier om de volgende classes: Amsterdam-Leiden, Appingedam, Dokkum, Dordrecht, Drachten, Enschede, Gouda-Den Haag, Groningen, Hardenberg, Hilversum, Hoogeveen, Hoogvliet, Middelburg. Dikwijls vermeldden de zegslieden uit de laatste categorie, dat er in hun classis zich zelden een appèlzaak voordoet. Het hebben van een regeling vindt men daarom niet zo dringend.


40. Met dank aan mijn assistent Tim Vreugdenhil die het onderzoek uitvoerde.
41. Bij aanvaarding van de regeling verbeterden de classes doorgaans enkele typefouten die in de gepubliceerde regeling voorkwamen.

|58|

In alle classes invoeren!

Je mag dankbaar zijn wanneer in je classis nauwelijks appèlzaken op tafel komen! Het is wel te begrijpen, dat dan een regeling voor appèlzaken niet tot de eerste prioriteiten behoort. Toch zou ik er voor willen pleiten, dat wel overal zo’n regeling komt. Het is immers ook zonder directe urgentie een positieve daad!
Zowel de kerkleden als de buitenstaanders kunnen dan weten, dat een goede en eerlijke rechtsgang de kerk ter harte gaat. Het kost bovendien maar weinig werk. Men hoeft het wiel niet in elke classis opnieuw uit te vinden. Het concept van de werkgroep berust op grondige studie en bezinning. Daarmee kan men z’n winst doen zonder dat automatische reproductie verplicht is.
Een kerkenraad kan eenvoudig een exemplaar van dit boekje met een begeleidend voorstel aan de zusterkerken zenden, met het voorstel in de eerstvolgende classisvergadering de hier gegeven regeling te aanvaarden. Men kan dan nog kiezen tussen het deputaten- en het commissie-model.
Vindt een kerkenraad dit te eenvoudig, dan kan hij zelf een toelichting schrijven, waarin hij de gronden voor zijn voorstel kort samenvat. Zo deed bijvoorbeeld de kerkenraad van Zwolle-Zuid het. Het desbetreffend gedeelte uit de brief van Zwolle-Zuid aan de classis drukken we als bijlage af in dit boekje.

 

Ook op provinciaal en landelijk niveau

Het ligt voor de hand om een appèlregeling als hier bepleit ook in te voeren op de niveaus van de particuliere en van de generale synode. Daarvoor is op enkele punten een aanpassing nodig, die men gemakkelijk zelf kan formuleren. Wanneer één kerk in elke provincie hier het voortouw neemt, kan de voltooiing van het proces haar beslag krijgen vóór en op de particuliere synodes van 1998 en op de generale synode van 1999.
In dit boekje is benadrukt, dat de vrijheid van de kerk en haar rechtspraak beter is gewaarborgd, als de rechtsgang van appellanten in de kerk van goede kwaliteit is. Daarom is de invoering van een goede appèlregeling op alle niveaus en in heel ons kerkverband zeer gewenst.
We zijn blij, dat het initiatief van de werkgroep van destijds zo veel weerklank heeft gevonden. En we hopen, dat wat nog ontbreekt spoedig zal worden aan-gevuld. Tot vrede en opbouw van de kerken. En ook ter wille van de goede naam van de kerk in onze Nederlandse samenleving.