(Cap. IV) Van de leere, sacramenten ende ceremonien

9. De vader des kints dat te doopen is sal in sonderheyt bij den Doop wesen, tenware dat hij een wichtighe oorsake sijns affwesens hadde.28
Opdat hij voor sijn kint bidde ende hetselvighe den Heere opdraghe ende belove te doen ’tghene dat hem van den kerckendienaer voorghehouden wordt, volghende het formulaer, in de bedieninghe des Doops ghestelt.
Dogh de ghetuyghen en sal men soo nauwe niet verbinden maer men salse hares ampts teghen het kint vermanen.
Ende de ouders, eer sij hare kinderen te Doope brenghen, sullen bij den kerckendienaer ofte eenen ouderlinck gaen opdat de ghemeynte kennisse hebben magh van denghenen die ghedoopt worden.


28 De bedoeling van de synode om de vaders direct te betrekken bij de doop van hun kind stuitte op een nog jarenlang durend verzet, vgl. Olthuis, a.w., blz. 192.