(Cap. IV) Van de leere, sacramenten ende ceremonien

2. In den Duytschen ghemeynten sal men den catechismum ghebruycken, die metten psalmen, door Petrum Dathenum overghesett, ende in den Walschen die metten Franchoyschen psalmen tot noch toe ghedruckt is.23 Het sal oock den Duytschen ghemeynten vrij staen het Corte ondersoeck des gheloofs, uut den cathechismo tesamen ghetrocken24 ende met den voorseyden psalmen Datheni ghedruckt, te ghebruycken om die te onderwijsen die hen totter ghemeynte begheven.


23 De provinciale synode te Dordrecht (1574) had besloten dat men een en dezelfde catechismus zou gebruiken in de Nederlandse kerken: de Heidelbergse Catechismus (art. 2). De Waalse synode en de Engelse kerken deden een soortgelijk voorstel aan deze synode. Men zal dit besluit hebben te zien als voortvloeiend uit de twee-taligheid der Nederlandse gereformeerde kerken.
24 Bedoeld is Een corte undersouckinghe des gheloofs/ ouer de ghene/ die haer tot de Duytsche Ghemeynte/ die te Londen is/ begheuen willen, waarvan Micronius de auteur is. Vgl. J.H. Gerretsen, Micronius, zijn leven, zijn geschriften, zijn geestesrichting, Nijmegen 1895, blz. 74v.; D. Nauta, Twee geschriften uit de begintijd van de Gereformeerde Kerk in Nederland, Amsterdam 1974.