Ordinantie 3 Het ambt en de andere diensten

 

IV. De rechtspositie van de predikanten en de kerkelijke medewerkers

De predikanten

Overige regels

Artikel 25.

Emeritaat

Een predikant
- die de in de generale regeling voor de predikantspensioenen genoemde leeftijd heeft bereikt en gebruik maakt van het recht op emeritaat,
- die gebruik maakt van een voor deze predikant geldend recht op volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering die de predikant beriep of ambtshalve emeritus verklaard.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar emeritus verklaard, tenzij de betrokken kerkenraad en predikant, met inachtneming van het in de generale regeling bepaalde, een later tijdstip overeenkomen.