Ordinantie 3 Het ambt en de andere diensten

 

II. Het dienstwerk van de predikanten, de ouderlingen en de diakenen

Artikel 9.

Het dienstwerk van de predikanten

Tot opbouw van de gemeenten is aan de predikanten toevertrouwd
- de bediening van Woord en sacramenten door
  - de verkondiging van het Woord;
  - het voorgaan in de kerkdiensten;
  - de bediening van de doop;
  - de bediening van het avondmaal;
  - het afnemen van de openbare geloofsbelijdenis;
  - het bevestigen van ambtsdragers en het inleiden van hen die in een bediening worden gesteld;
  - het leiden van trouwdiensten en van diensten van rouwdragen en gedenken;
- de catechese en de toerusting;
- het verkondigen van het evangelie in de wereld;
- en zo zij daartoe geroepen worden, het dienen van de kerk in de meerdere vergaderingen
en tezamen met de ouderlingen
- de herderlijke zorg, onder meer door het bezoeken van de leden van de gemeente en
- het opzicht over de leden van de gemeente.