[WO-1: B25 aftreden van ouderlingen en diakenen
B25.1 De ouderlingen en diakenen vervullen hun ambtsdienst drie of meer jaren, afhankelijk van de plaatselijke regeling.
B25.2 Als regel is elk jaar een evenredig deel van de ouderlingen en diakenen aftredend. Zij zijn niet direct herkiesbaar, behoudens bijzondere omstandigheden.
B25.3 De kerkenraad kan tussentijdse ontheffing, gevraagd of ongevraagd, slechts verlenen wegens gegronde redenen.]

[WO-2: B25 aftreden van ouderlingen en diakenen
B25.1 De ouderlingen en diakenen vervullen hun ambtsdienst drie of meer jaren, afhankelijk van de plaatselijke regeling.
B25.2 Als regel is elk jaar een evenredig deel van de ouderlingen en diakenen aftredend. Zij zijn niet direct herkiesbaar, behoudens bijzondere omstandigheden.
B25.3 De kerkenraad kan tussentijdse ontheffing slechts verlenen wegens gegronde redenen.]

B25 aftreden van ouderlingen en diakenen
B25.1 De ouderlingen en diakenen vervullen hun ambtsdienst drie of meer jaren, afhankelijk van de plaatselijke regeling.
B25.2 Als regel is elk jaar een evenredig deel van de ouderlingen en diakenen aftredend. Zij zijn niet direct herkiesbaar, behoudens bijzondere omstandigheden.
B25.3 De kerkenraad verleent tussentijdse ontheffing slechts wegens gegronde redenen.

Toelichting B25

1. Bij het artikel worden enkele vragen gesteld: is een termijn in B25.1 wel nodig, moet er geen maximum ambtstermijn worden genoemd, kan B25.2 niet in de plaatselijke regeling worden opgenomen, is B25.3 niet overbodig? De vragen geven geen aanleiding tot wijzigingen.

2. In B25.3 dient “kan verlenen” te worden vervangen door “verleent” (onvoltooid tegenwoordige tijd).


Rapport dHKO (2012)


RAPPORT BIJ
Kerkorde GKv (2014) B26