[Cap. VIII.] De Disciplina.

= De tucht

In his autem capitibus constituendis quae pro ecclesiarum Belgicarum incolumitate, et vniformi atque aequabili constitutione hactenus perscripta sunt, publicè, et coram Deo ac hominibus testatum volunt esse qui his colligendis operam dederunt Ministri, nullo aliarum ecclesiarum praeiudicio id a se factum esse, sed tantum habuisse rationem temporis, locorum, personarum ac coeterarum circumstantiarum pro quibus quid ecclesiis Belgicis conducat vel non conducat summa cura ac diligentia (implorato prius diuino auxilio) exquisiuerunt. Et ita rem temperarunt vt si contingat Dominum nostrum Iesum Christum vberiorem gratiae suae fructum Belgiae posthac aliquando concedere, tam quod ad magistratus piam reformationem attinet, quàm quod ad ecclesiae prouentum spectat, haec ipsa capita latius extendere, et pro re ac tempore vel augere vel minuere vel quae videbuntur immutare liceat.

= Wat nu betreft het vaststellen van deze punten die ten bate van de welstand van de Nederlandse kerken en hun uniforme en evenwichtige inrichting hierboven opgeschreven zijn, willen de dienaren die de moeite hebben genomen ze bijeen te brengen hier openlijk en voor God en mensen betuigd hebben, dat zij het in geen enkel opzicht tot nadeel van andere kerken gedaan hebben, maar alleen rekening gehouden hebben met tijd, plaatsen, personen en overige omstandigheden, en met de grootste zorg en ijver onderzocht hebben (na eerst de hulp van God te hebben afgebeden) wat voor de Nederlandse kerken al dan niet dienstig zou zijn. En zij hebben de zaak zo vorm gegeven dat — mocht het gebeuren dat onze Heer Jezus christus later een meer overvloedige vrucht van zijn genade aan Nederland verleende, zowel wat betreft een godvruchtige hervorming van de overheid als wat betreft de groei van de kerk — het vrij staat deze punten breder uit te werken en naar gelegenheid van zaken en tijden uit te breiden of te verminderen of, zo nodig, te veranderen.