[Cap. V.] De Diaconis.

= De diakenen

Alii potissimum aegrorum, sauciorum, captiuorumque curam gerent: quos erit necesse praeter fidelitatem atque industriam etiam dono consolationis et verbi cognitione non vulgari esse praeditos; Et sedulo a Senioribus inquirere num qui sint in paroeciis aegri atque infirmi qui consolatione sustentatione indigeant.

= De andere soort diakenen zal voornamelijk zorg dragen voor de zieken, gewonden en gevangenen. Deze diakenen behoren begaafd te zijn behalve met trouw en ijver ook met de gave der vertroosting en een bijzondere kennis van het Woord. Zij zullen naarstig bij de ouderlingen navragen of er in hun wijk soms ook zieken en zwakken zijn, die vertroosting en opbeuring nodig hebben.