Vierde Afdeeling.

Van het Classikaal Bestuur.

De grensscheiding tusschen de onderscheidene classen en derzelver verdeeling in ringen, zullen nader bepaald worden bij het Ministeriëel Departement voor de zaken van den Hervormden en andere eerediensten, behalve dien der Rooms Katholijken. Bij de bepalingen te dien aanzien zal worden in het oog gehouden:
a. Dat de bestaande afdeeling de grondslag der nieuwe moet zijn, en daarin alleen de noodzakelijke veranderingen gemaakt worden.
b. Dat geene classe zich meer dan in ééne provincie zal kunnen uitstrekken.
c. Dat zoo veel mogelijk eene meerdere gelijkheid worde daargesteld, tusschen de uitgestrektheid, getal van Predikanten, en aantal gemeenten, behoorende tot de classen van dezelfde provincie.
d. Dat de ringen zoodanig naar plaatselijke omstandigheden zijn ingerigt, als meest geschikt is om de behoorlijke waarneming van den dienst, in vacerende gemeenten te verzekeren.