Artikel 61

Bediening van het avondmaal

Het avondmaal van de Here zal ten minste eens in de drie maanden gevierd worden in de openbare eredienst, volgens kerkelijke orde, onder toezicht van de ouderlingen, waarbij de daarvoor vastgestelde formulieren dienen gebruikt te worden.

 

Naar veelvuldiger viering van het avondmaal

De synode doet de opwekking uitgaan om onder de zegen van de Here de kerken door prediking en huisbezoek op te voeden tot zulk een hoog geestelijk peil, dat veelvuldiger bediening van het heilig avondmaal wordt begeerd.

(Utrecht 1943, art. 186, 3)

 

Geen krankencommunie

De synode spreekt met beslistheid uit, dat het geenszins wenselijk is tot het invoeren van de krankencommunie als kerkelijk gebruik over te gaan.

(Middelburg 1933, art. 131)

 

Avondmaal in stichtingen

De synode besluit:
1. dat het aan de kerkenraad van een gereformeerde kerk geoorloofd is op eventueel ingekomen verzoek het heilig avondmaal te bedienen in stichtingen, die op het grondgebied van die kerk liggen en wel ten bate van de leden van de gereformeerde kerken, die aldaar korter of langer tijd verpleegd worden en die zonder grote bezwaren de gewone samenkomsten van de gemeente niet kunnen bezoeken, mits de kerkenraad bij deze avondmaalsbediening vertegenwoordigd is en ook andere leden van de gereformeerde kerken, die als verplegers enz. aan deze stichtingen verbonden zijn, aan deze avondmaalsbediening deelnemen;
2. dat ook verpleegden, die niet tot een van de gereformeerde kerken behoren, tot deze avondmaalsbediening kunnen worden toegelaten, wanneer er voor hen geen gelegenheid bestaat om in de kerk, waarvan zij zelf lid zijn, het avondmaal te gebruiken, mits ze daartoe tijdig aan de kerkenraad hun begeerte te kennen geven en de kerkenraad zich verzekerd heeft, dat zij in hun kerk tot het avondmaal zijn toegelaten, dat zij in de grondstukken van de christelijke religie met ons overeenstemmen en onberispelijk van levenswandel zijn, terwijl zij voorts bereid moeten wezen, zolang zij als gasten aan het avondmaal deelnemen, zich aan het toezicht van de kerkenraad te onderwerpen;
3. dat wanneer onder de verpleegden, die aan het avondmaal deel willen nemen, lijders zijn aan een besmettelijke ziekte, waardoor het gebruik van een gemeenschappelijke beker gevaar van besmetting zou opleveren, de kerkenraad na ingewonnen advies van de doktoren zodanige maatregelen mag nemen als nodig zijn om dat gevaar van besmetting zoveel mogelijk te voorkomen.

(Leeuwarden 1920, art. 25)

 

Eventuele avondmaalsdiensten voor zieken enz.

Er kan geen bezwaar tegen bestaan, voor zieken, ouden van dagen, officiële diensten te beleggen, bijzonder ook voor de viering van het heilig avondmaal.

(Utrecht 1943, art. 261)

 

Het gebruik van afzonderlijke avondmaalsbekertjes voor besmettelijke zieken

Het moet gewenst geacht worden, dat de kerkenraad de deelname aan de avondmaalsviering in een stichting beperkt tot hen, die in de stichting verblijven.
Evenzeer is het gewenst, dat de eenheid van de onderscheiden afzonderlijke bekertjes blijkt uit het gebruik van één schenkkan of -beker.

(Sneek 1939, art. 291)

 

Lezing van het gehele formulier

De synode spreekt uit, dat het formulier van het heilig avondmaal ook in de tweede dienst in zijn geheel dient te worden gelezen. Hiermede is het lezen van het eerste gedeelte van het formulier bij de voorbereidingsdienst niet veroordeeld.

(Utrecht 1943, art. 186)

 

Kort avondmaalsformulier

De synode besluit te voldoen aan het verzoek, naast het bestaande formulier voor het heilig avondmaal een kort formulier te doen opstellen en aan de kerken ten gebruike aan te bieden.
Zij spreekt tevens uit het gewenst te achten, dat het bestaande formulier tenminste vier maal per jaar bij de viering van het heilig avondmaal zal worden gelezen.
Zij sluit zich aan bij het oordeel van de generale synode van Bunschoten-Spakenburg 1958/9, acta art. 82, dat de begeerte naar een veelvuldiger avondmaalsbediening schriftuurlijk moet worden geacht (1 Cor. 11 : 17 en volgende).

(Rotterdam-Delfshaven 1964/5, art. 71b)

 

Avondmaalsviering zonder formulieren

brief van de classis Groningen waarin deze classis een concept-brief van de kerkenraad van Groningen-Oost in de aandacht van de generale synode aanbeveelt, overigens zonder dat de classis zelf zich helemaal achter deze brief heeft gesteld; deze brief bevat het verzoek aan de generale synode de vraag te willen bespreken “hoe de kerken volgens de huidige regeling de ruimte kunnen benutten, dan wel in een nieuwe regeling de ruimte kunnen krijgen, om van tijd tot tijd, zonder gebruik te maken van een vastgesteld formulier, het heilig avondmaal te vieren; de classis geeft aan dat op de achtergrond de vraag speelt welke ruimte een plaatselijke kerk heeft om liturgische kerkordeartikelen soepel toe te passen. Verder wordt gemeld dat een verzoek om in de kerkelijke weg tot wijziging van artikel 61 van de kerkorde te komen, niet tijdig kon worden ingediend.

Besluit:
1. de kerkenraad van Groningen-Oost het besluit van de generale synode met betrekking tot de effectuering van de artikelen 65 en 67 van de kerkorde toe te zenden, en geadresseerde met name te wijzen op art. 1 van de Voorlopige koersbepaling en de Toelichting daarop;
2. de kerkenraad van Groningen-Oost eveneens het besluit van de synode over de ordinarium-liturgie toe te zenden.

Gronden:
1. de koersbepaling meet betrekking tot de effectuering van bedoelde kerkorde-artikelen bevat het antwoord van de synode op de vragen met betrekking tot de toepassing van de liturgische kerkorde-artikelen; waarbij erop dient te worden gelet dat artikel 61 KO genoemd wordt als een artikel dat prescriptief (voorschrijvend) is bedoeld; vrijheid om zonder gebruikmaking van formulieren het avondmaal te vieren kan dus alleen verkregen worden door in de kerkelijke weg wijziging van art. 61 KO te bereiken;
2. weliswaar biedt de ordinarium-liturgie een vaste structuur en als zodanig kan zij worden aangemerkt als een formulier in de zin van artikel 61 KO, maar daarbinnen is een grote variatie mogelijk in te lezen teksten en te zingen liederen.

(Zuidhorn 2002 art. 39)

 

Avondmaalsviering aan huis

Besluit:
1. de uitspraak van de Generale Synode van Berkel & Rodenrijs 1996 heeft de betekenis van de uitspraak van de Generale Synode van Middelburg 1933 in die zin onhelder gemaakt, dat onduidelijk is of de afwijzing van 1933 nog geldig is;
2. de praktische bezwaren van de GS Middelburg zijn niet meer in die mate van toepassing dat de bediening van het avondmaal aan huis bij voorbaat moet worden afgewezen;
3. er zijn geen overwegende bezwaren om desgevraagd bij de viering van het Heilig Avondmaal het brood en de beker te laten uitreiken aan hen die via de kerktelefoon of andere technische hulpmiddelen met de reguliere samenkomst van de gemeente zijn verbonden, mits
a. de kerkenraad de bediening aan huis laat plaatsvinden onder toezicht van één of meer ambtsdragers;
b. zoveel mogelijk de viering gelijktijdig plaatsvindt met de viering in het kerkgebouw;
c. het aantal adressen waar het avondmaal wordt bediend beperkt blijft.

Gronden:
1. de uitspraak van de GS Berkel & Rodenrijs lijkt te zeggen dat de beslissing over het bedienen van het avondmaal aan huis voortaan aan de plaatselijke kerken kan worden overgelaten en dus niet langer onderwerp van generaal-synodale afspraken hoeft te zijn. Explicitering en argumentatie tegenover de eerdere beleidslijn van de GS Middelburg ontbreken echter, in afwijking van wat in art. 33 KO m.b.t. revisie is afgesproken;
2. het heilig avondmaal is een viering in het midden van de gemeente;
3. zij die om wettige redenen niet in de samenkomst van de gemeente aanwezig kunnen zijn, behoren toch bij het lichaam van Christus dat in het Heilig Avondmaal wordt genoten; wanneer zij verlangen om daaraan via bijzondere voorzieningen deel te nemen, mag dit verzoek niet zonder zwaarwichtige redenen worden geweigerd;
4. de technische mogelijkheden van onze tijd maken het mogelijk om vanaf een andere locatie toch in woord en geest met de samenkomst van de gemeente verbonden te zijn. De kerk mag deze van God gegeven mogelijkheden dankbaar gebruiken om daardoor het geloofsversterkend middel van het Heilig Avondmaal juist te doen toekomen aan hen die door hun omstandigheden toch al moeite hebben om in alles aan het gemeenteleven deel te nemen;
5. ambtelijk toezicht is vereist, vanwege de opdracht aan de gemeente om de tafel heilig te houden;
6. gelijktijdige viering aan huis en in het kerkgebouw onderstreept dat de viering plaatsvindt in de gemeenschap van de kerk.

(Amersfoort 2005, art. 51)


Bouma, H. (1983v)


UITVOERINGSBEPALING BIJ
Kerkorde GKv (1978) Art. 61