|36|

94. Mag de Doop van een kind, welks ouders vroeger verzuimden Doopsbediening aan te vragen, geweigerd worden?

 

(1898.)

157. Ouders zijn niet bij machte, hun kind, door verzuim of nalatigheid in het aanvragen van Doopsbediening, aan het verbond Gods te onttrekken. Dus kan zulke nalatigheid of verzuim nooit een reden zijn, om later den Doop van zoodanig kind te weigeren. 

Hoe er met de door u eenigszins beschreven ouders te handelen is, kan ik, uit de verte, zonder preciese kennis van personen en omstandigheden niet zeggen. Als de toestand er naar is, en er termen voor zijn, moet de kerkeraad met de loopende zaken voortschrijden; met advies van de Classe.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 56