|27|

Artikel 1.

Om goede orde in de gemeente van Christus te onderhouden, zijn daarin noodig: de diensten; samenkomsten; opzicht der leer, Sacramenten en ceremoniën; en Christelijke straf; waarvan hierna ordelijk zal gehandeld worden.

 

1. Hoeveel belijdende leden zijn er noodig om eene plaatselijke Kerk te institueeren?

(1916.)

 

1. Op uwe andere vraag: „hoeveel belijdende leden er noodig zijn om eene plaatselijke kerk te institueeren?” kan niet zoo geheel in het algemeen geantwoord worden door het noemen van een bepaald cijfer. Ook de omstandigheden komen hierbij in aanmerking; b.v. in hoeverre die leden kunnen geacht worden blijvende leden te zijn, zoodat zij niet wegens hunne betrekking of werkkring na korten tijd weer naar elders moeten verhuizen; ook, in hoeverre hun maatschappelijke welstand, eventueel met steun van buiten, de instandhouding der kerk mogelijk maakt; ook, in hoeverre er onder de leden genoegzame stof is voor de vervulling der diensten van ouderilngen en diakenen; enz. Onder gunstige omstandigheden zou zelfs bij een klein aantal Gereformeerden reeds tot institueering zijn over te gaan; maar onder ongunstige omstandigheden zou het raadzaam kunnen zijn, zelfs bij een grooter aantal nog wat te wachten.


Rutgers, F.L. (1921)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 1
Kerkorde GKN (1905) Art. 38