|279|

d. Dienst der gebeden

 

Artikel 77
Voor de dienst der gebeden kan gebruik gemaakt worden van de door de generale synode vastgestelde gebeden.

 

Formuliergebeden

Dit artikel handelt over de dienst der gebeden als onderdeel van de kerkdiensten, gelijk in artikel 67 staat aangegeven. Een van de punten, welke dan ter sprake moeten komen, is de vraag, of men een vrij gebed dan wel een formuliergebed zal gebruiken. Onder ons zijn wij langzamerhand zo gewend geraakt aan het vrije gebed, dat velen zelfs niet meer beseffen, dat hier aanleiding en plaats is voor het stellen van een vraag. Alleen in het kader van formulieren, die bij bepaalde handelingen worden gebruikt, aanvaardt men vaste, door de kerk geformuleerde gebeden. Maar voor het overige vindt men het vrije gebed iets van vanzelfsprekende aard. Degenen die dit gevoelen voorstaan, kunnen ter adstructie zich ongetwijfeld op bepaalde episoden uit de geschiedenis beroepen. Speciaal de geschiedenis van de Gereformeerde kerk in Nederland en in Schotland levert in dat opzicht bewijsmateriaal op. Toch moet ik er op wijzen, dat wie de geschiedenis in een breder verband overziet, zal moeten toegeven dat het vrije gebed behoort te worden achtergesteld bij het formuliergebed. Beter is het nog het aldus uit te drukken dat — al kan misschien de keuze van de preciese bewoordingen worden overgelaten aan de voorganger — de inhoud van de diverse gebeden in grote trekken wordt bepaald door de plaats die zij in het geheel van de kerkdienst innemen.

Zo beschouwd zal men oog hebben voor de zin van het bepaalde in het onderhavige artikel. Er wordt hier bepaald, dat men gebruik kan maken van de door de generale synode vastgestelde gebeden. Van een voorschrift is geen sprake. Er is dus ruimte gelaten voor het gebruik van vrije gebeden. De kerken hebben, door het zo te regelen, volledig rekening gehouden met de bestaande feitelijke situatie. Maar aan de andere kant is ook opzettelijk de aandacht gevestigd op een andere mogelijkheid, en deze mogelijkheid wordt zoal niet als de betere, dan toch als een goede en aanvaardbare weg gewezen. Deze is dat men de gelegenheid niet ongebruikt zal laten voorbijgaan, die de kerken hebben ontvangen in de formuliergebeden. Deze gebeden zijn opgenomen in het kerkboek, naast de orde van dienst en de diverse formulieren. Men mag aannemen dat door volgende synoden in dat opzicht nog verdere voorzieningen zullen worden getroffen. Deputaten voor de liturgie houden zich ook met die zaak bezig.


Nauta, D. (1971)


COMMENTAAR OP
Kerkorde GKN (1971) Art. 77