Hoofdstuk 1

De ambten van de kerk

I. Algemene bepalingen

Artikel
2

1. De ambten, waaraan in opdracht van Christus het dienstwerk in de kerk is toevertrouwd, zijn die van dienaar des Woords, van ouderling en van diaken.
2. Deze ambten zijn van elkander onderscheiden, niet in waardigheid of eer, maar in opdracht en werk.