6.2.6 Consulent en vervanging

In de kerkenraad zijn alle ambten aanwezig, stelt ord. 4-6-3. Toch kunnen er zich omstandigheden voordoen dat er geen predikant aan de gemeente of aan de wijk-gemeente verbonden is (vanwege een vacature) of dat deze niet beschikbaar is (vanwege langdurige ziekte, als de predikant op non-actief is gesteld of als er een tuchtmaatregel getroffen is).

In dat geval wordt de gemeente bijgestaan door een consulent (ord. 4-12-1). Deze wordt aangewezen door het breed moderamen van de classicale vergadering (ord. 4-16-6) of het ringverband (ord. 4-17-2).

Als er om andere dan de zojuist genoemde redenen behoefte is aan de begeleiding door een consulent, moet het breed moderamen of het ringverband het verzoek daartoe beoordelen.

Over de taken die door de consulent worden verricht, moeten onderling afspraken worden gemaakt. In elk geval behoren het adviseren van de kerkenraad en het begeleiden van het beroepingswerk tot diens taak. Het zal niet altijd noodzakelijk zijn dat de consulent alle vergaderingen van de kerkenraad en het moderamen bijwoont. Om te kunnen beoordelen wanneer zijn of haar aanwezigheid gewenst is, wordt de consulent wel als adviseur voor alle vergaderingen uitgenodigd en ontvangt hij of zij alle stukken.

De G.R. predikantstraktementen geeft aan dat deze werkzaamheden niet meer zullen omvatten dan gemiddeld zes uur per week (art. 36-1) en dat de consulent deze taken niet in zijn vrije tijd verricht: ze komen in mindering op de arbeidstijd in de eigen gemeente. De consulent ontvangt daarom uitsluitend een onkostenvergoeding voor zijn werkzaamheden in de vacante gemeente.

Alleen als er — in onderling overleg — meer tijd wordt besteed aan het consulentschap, krijgt de consulent daarvoor behalve de onkostenvergoeding ook een

|175|

consulentvergoeding. Als dit meer omvattende consulentschap vanwege ziekte (niet bij een langdurige vacature!) langer dan zes maanden duurt, ontvangt de gemeente van de consulent eveneens een vergoeding (G.R. predikantstraktementen, art. 36-2 en 3).

In een vacante gemeente is het de verantwoordelijkheid van de kerkenraad zelf om (bevoegde) voorgangers te zoeken voor de kerkdiensten (zie § 7.5 en 7.6). De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland kent geen regeling voor vacaturebeurten, zoals voorheen in de Nederlandse Hervormde Kerk het geval was.