II. De vergaderingen

Classicale vergaderingen

Een classicale vergadering wordt gevormd door de kerken van het classicaal ressort, die elk een predikant en een ouderling zullen afvaardigen met de vereiste geloofsbrieven.
Minstens eenmaal in de drie maanden zal een dergelijke vergadering worden belegd. Elke vergadering zal vaststellen waar en wanneer de kerken opnieuw zullen samenkomen. De predikanten zullen bij toerbeurt het voorzitterschap bekleden. De vergadering mag ook haar praeses kiezen, maar niet tweemaal achtereen dezelfde. De praeses zal vragen of de ambtelijke diensten voortgang hebben, of de besluiten van de meerdere vergaderingen nageleefd worden en of er iets is, waarbij de kerkeraden het oordeel of de hulp van de classis nodig hebben voor de goede voortgang van hun plaatselijk kerkelijk leven.
In de laatste vergadering voor een particuliere synode zullen de afgevaardigden naar die synode verkozen worden.


Kerkorde GKv (1978)

 

TREFWOORDEN

Classicale vergadering
Samenstelling van de classicale vergadering
Werkzaamheden van de classicale vergadering

VERWANT MET
Akkoord NGK (1982) Art. 31
Akkoord NGK (1982) Art. 36
Akkoord NGK (1982) Art. 37
Akkoord NGK (2015) Art. 31
Akkoord NGK (2015) Art. 36
Akkoord NGK (2015) Art. 37
Kerkorde CanRC (1985) 44
Kerkorde CGK (2010) Art. 41
Kerkorde Dordrecht (1619) Art. 41
Kerkorde FRCA (2003) 41
Kerkorde GKN (1905) Art. 41
Kerkorde GKSA (2000) 41
Kerkorde GKv (2014) E63
Kerkorde NGKerk (2011) 30
Kerkorde NGKerk (2011) 31
Kerkorde RCNZ (1977) Art. 45
Kerkorde RCNZ (1977) Art. 46
Kerkorde RCNZ (1977) Art. 47
Kerkorde vGKN (2008) 38
Kerkorde VGKSA (2005) 41

COMMENTAAR
Harmannij, K. (1990) Hst. 3
Harmannij, K. (1990) Hst. 5
Harmannij, K. (1990) Hst. 7

UITVOERINGSBEPALING
Art. 41 Classicale vergaderingen

DOCUMENTATIE
Velde, M. te e.a. (1993) Art. 41