Artikel 70

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel LXX

Alzoo behoorlijk is, dat de huwelijkse staat voor Christus’ gemeente bevestigd worde, volgens het formulier daarvan zijnde, zullen de kerkeraden daarop toezien.

 

Deputatenrapport 1974

Artikel 70.  Kerkelijke huwelijksbevestiging.
De kerkeraden zullen erop toezien, dat de huwelijkse staat voor Christus’ gemeente bevestigd wordt, met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.
“Zij is van oordeel, dat de Gereformeerde Kerken terecht in haar kerkorde een regel van goede orde hebben gemaakt voor het vastmaken van het huwelijk van haar leden in het Woord des Heren met gebruikmaking van een hiervoor vastgesteld formulier”. (Hattem, 1972/73).
Toelichting:
De oude motivering met het woord “behoorlijk” is na het besluit van de synode van Hattem niet meer uitdrukkelijk genoemd.

 

Commissierapport 1975

KRA acht het “aanhangsel” een overbodig schouderklopje voor art. 70.
F  vindt de term “huwelijksbevestiging” onjuist. Het gaat om het bidden van de zegen van de Here over het gesloten huwelijk. Dit vragen om Gods zegen impliceert de kerkelijke erkenning van dat huwelijk. Ook de formulering van g.s. Hattem “het vastmaken van het huwelijk” acht F onjuist. H oordeelt conform art. 70 en gs Hattem.
Br. W.Zeldenrust zou in plaats van de samenkomst van de gemeente willen stellen: een bijeenkomst, waar de kerk door haar ambtsdragers de leiding heeft en die belegd wordt voor het bruidspaar en zijn familie. Ook daar kan het huwelijk vastgemaakt worden in het Woord des Heren.
Uw comm. meent dat de huwelijksbevestiging meer dan in vroegere jaren zinvol is. De gs Hattem bracht tot uitdrukking, niet dat het huwelijk wordt vastgemaakt, alsof het nog los zat, maar dat het wordt vastgemaakt in het Woord des Heren, wat iets anders is.
Wel meent uw comm. dat de term “bevestiging” of “bevestigen” zwak is. “Vastmaken in het Woord des Heren” is beter, maar daarvan laat zich geen substantief vormen, althans niet voor een vloeiend spraakgebruik, wat toch wel gewenst is i.v.m. de afkondiging en huwelijksaankondigingen.
De zin van de huwelijksbevestiging is naar het oordeel van de comm. niet alleen of in de eerste plaats het bidden om Gods zegen. Deze zin-geving zou de grond onder art. 70 weggraven. Het zou er op neer gaan komen, dat de kerkeraden moesten toezien, dat over de huwelijken de voorbede zou worden gevraagd. Veeleer is de primaire betekenis, dat de gehuwden ten overstaan van de gemeente hun huwelijk in de naam van God blijken te beginnen, door zich te verbinden tot een huwelijksleven dat naar de wil van God en aldus dienstbaar aan de opbouw van zijn gemeente is. Over zo’n huwelijk is dan door de gemeente de zegen van de Here in te roepen.
Ook meent uw comm. te mogen stellen, dat in de grond van de zaak de eredienst niet naar de gehuwden, maar de gehuwden naar de eredienst behoren te komen. Daarmee wil zij zeggen dat de kerkelijke ceremonie eigenlijk gezocht moet worden op de tijd, dat de gemeente samenkomt voor de eredienst. Derhalve op Zondag. Uw comm. is zich bewust dat een bestaande en gevoelig liggende practijk niet met geweld mag worden omgebogen (denk aan art. 57 (oud) lid 2). Ook hier is een gebruik, dat in zichzelf vrij is, nl. dat de kerkeraad op een dag in de week een eredienst belegt. Maar het moet als een verder bezwaar tegen dit gebruik worden gezien, dat de gemeente dikwijls wordt samengeroepen op een tijd (ook ‘s avonds) waarop zij voor een groot deel niet kan komen. Dit maakt de “ huwelijksdienst” niet tot een particularistische aangelegenheid, maar het holt wel het “ samenroepen” door de kerkeraad uit. Uw comm. zou willen, dat de kerkeraden in dezen aan een opvoeding van de gemeente begonnen. Zij stelt u een ander “ art. 70” voor:
Artikel 70.
De kerkeraden zullen er op toezien, dat de leden der kerk, die in het huwelijk zijn getreden, voor de gemeente de christelijke huwelijksbeloften afleggen, opdat de gemeente met en voor hen Gods zegen inroept, dit alles met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.
De kerkeraden zullen hun best doen, dat deze plechtigheid, die “ de kerkelijke huwelijksbevestiging” genoemd wordt, plaats zal vinden in de zondagse eredienst.
De naam “ de kerkelijke bevestiging” legt verbinding met het (ontwerp) formulier voor de bevestiging van het huwelijk in de gemeente van Christus. De wijze waarop deze naam in het voorstel naar voren komt, brengt tot uitdrukking dat hier een ingeburgerde term wordt gebruikt (waarvoor geen andere te vinden is; men probere: kerkelijke fundering, bekroning, begeleiding, handreiking bij, zorg bij, dienst bij, enz).

 

Synodebehandeling 1975

Door de Synode wordt dit artikel in de redactie van deputaten aanvaard.

70.  De kerkeraden zullen er op toezien, dat de huwelijkse staat voor Christus’ gemeente bevestigd wordt, met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

Artikel 70 (acta)

R. a.  Voorstel, het oude begin van dit artikel terug te brengen: alzo behoorlijk is dat de huwelijkse staat voor de gemeente van Christus bevestigd wordt.
b.  Suggestie, in te voegen: “ van belijdende leden”.
c.  Vraag, duidelijker te doen uitkomen dat de kerkeraden moeten toezien, dát de huwelijken bevestigd worden. De redactie van g.s. Kampen kan zo worden opgevat, dat áls een huwelijk wordt bevestigd, de kerkeraad moet toezien dat dit gebeurt met het vastgestelde formulier.
M. a.  In het feit dat de kerken deze bepaling in hun kerkorde opnemen ligt reeds opgesloten, dat de kerkelijke huwelijksbevestiging gerekend wordt tot wat “ behoorlijk is”.
b.  Kerkeraden moeten de mogelijkheid hebben zelf te beoordelen, of in sommige gevallen het huwelijk van nog niet tot belijdenis gekomen leden bevestigd behoort te worden.
c.  Het bezwaar van R.c.  wordt in de voorgestelde formulering ondervangen.

Voorstel:

De kerkeraad zal erop toezien dat de huwelijken kerkelijk bevestigd worden, waarbij het daarvoor vastgestelde formulier dient te worden gebruikt.

 

Commissierapport 1978

Art. 70. Een kerkeraad stelt voor een bepaling als deze toe te voegen: “ als regel alleen belijdende leden”.  Uw cie stelt uw vergadering voor deze haars inziens overbodige toevoeging niet op te nemen. De pastorale verantwoordelijkheid van de kerkeraad behoort niet gedetailleerd te worden geregeld.

 

Synodebehandeling 1978

Dit artikel wordt conform het concept van deputaten aanvaard.

 

Kerkorde 1978

Artikel 70
Kerkelijke huwelijksbevestiging
De kerkeraad zal erop toezien dat de huwelijken kerkelijk bevestigd worden, waarbij het daarvoor vastgestelde formulier dient te worden gebruikt.