Artikel 52

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel LXXXIV

Van de stoffelijke aangelegenheden aan de kerken gemeen.
De kerken, die in de classes, particuliere synoden en generale synode samenkomen, vormen te zamen even zoovele vermogensrechtelijke eenheden ten aanzien van de stoffelijke aangelegenheden, die haar onderscheidenlijk in classicaal, particulier-synodaal en generaal-synodaal verband gemeen zijn.
Deze eenheden worden in en buiten rechte vertegenwoordigd zoowel door de respectieve classicale, particulier-synodale en de generaal-synodale vergaderingen, als door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.

 

Deputatenrapport 1974

Artikel 84.
Vermogensrechtelijke aangelegenheden
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.
Toelichting:
1. Art. 84 (oud) is vanwege het gebruik van de woorden  'vermogensrechtelijke eenheden' gewijzigd, om te voorkomen dat er associaties ontstaan die vreemd zijn aan het gereformeerd kerkrecht, met name ten aanzien van het kerkverband.
2. Uiteraard kunnen op een gegeven moment niet twee instanties
tegelijk handelingsbevoegd zijn: de meerdere vergadering en de deputaten. In de instructie van de deputaten zal een bepaling dienen te worden opgenomen om dit te voorkomen.

 

Commissierapport 1975

KRA wijst er op, dat depp. de kerken niet geïnformeerd hebben, of de door hen voorgedragen wijziging in art. 84 geen moeite zal opleveren bij een eventuele juridische procedure. Zodanige informatie van deskundige zijde moet verkregen worden, eer tot wijziging kan worden besloten.
Uw comm. kan zich niet voorstellen, dat depp. zich niet deskundig hebben laten voorlichten, alvorens met dit voorstel te komen. Zelf heeft de comm. van deskundige zijde vernomen, dat gevaar voor juridische moeiten niet aanwezig is.
KR Barendrecht stelt inzake de stoffelijke aangelegenheden een extra artikel voor. Nl betr. de stoffelijke goederen van de plaatselijke kerk. Deze KR verwijst naar een desbetreffend artikel in HKO, en geeft ook eigen argumentatie. Voor bredere argumentatie verwijst hij naar een artikel van mr. J. Huijssen in De Reformatie dd 8 maart 1975. Deze broeder schrijft:
"De gemeente wordt dus vertegenwoordigd door de kerkeraad. De kerkeraad in het 'bestuur' van de gemeente en is belast met het beheer, onder meer ook van de goederen van de kerk. Dat betekent dat in voorkomende gevallen dan ook de gehele kerkeraad moet optreden, wanneer de gemeenteraad bijv. bij vermogensrechtelijke rechtshandelingen optreedt. Zo bij het sluiten van geldleningen met vestiging van een recht van hypotheek. Bij koopakten gaat het iets gemakkelijker, daar dan gebruik kan worden gemaakt van een onderhandse volmacht.
Bij verlening van een recht van hypotheek moet men of zelf optreden, dan wel iemand daartoe last geven, doch dit laatste kan slechts met een notariële volmacht. Dat betekent dat dan ook de gehele voltallige kerkeraad aanwezig moet zijn. In kleine kerkeraden is dat soms al een probleem, toch zeker wanneer zoiets niet in de avonduren kan plaats vinden, voor grote kerkeraden is dat praktisch onmogelijk. Juristen kunnen nog wel eens vindingrijk zijn. Zij geven dan de oplossing door de kerkeraad een besluit te laten nemen, waarbij twee personen worden aangewezen om die kerkeraad naar buiten te vertegenwoordigen. Die twee personen zullen meestal de praeses en de scriba zijn, maar men kan net zo goed anderen aanwijzen. Er zijn geldschieters, die hiermee wel genoegen nemen, er zijn er echter ook, die dit niet voldoende achten en persé de gehele kerkeraad aanwezig willen zien".
Het voorstel tot regeling luidt aldus:
1. De kerkeraad heeft het bestuur over de stoffelijke goederen van de kerk en zal de nodige voorzieningen treffen voor een zorgvuldig beheer daarvan.
2. De kerkeraad kan deze taak toevertrouwen aan een commissie van administratie of beheer, die aan hem verantwoording schuldig is.
3. Ten aanzien van dit bestuur wordt de kerk in en buiten rechte vertegenwoordigd door de praeses en de scriba van de kerkeraad, zulks slechts ter uitvoering van door de kerkeraad genomen besluiten.
4. De kerk kan ook vertegenwoordigd worden door de in lid 2 bedoelde commissie dan wel door één of meer personen uit of buiten de kerkeraad, daartoe bij het uit te voeren besluit aangewezen".

Mr. Huijssen besluit met een toelichting, aldus: "Met zo'n artikel wordt niets nieuws ingevoerd. Er wordt alleen duidelijk vastgelegd hoe die vertegenwoordiging kan plaatsvinden.
Daarmee worden ook procedures voorkomen over de vraag, of het voldoende is dat een vordering slechts is gesteld tegen de 'voorzitter en de secretaris' van de raad, zoals het geval is in een procedure dat geleid heeft tot het vonnis van de rechtbank te Groningen van 8 februari 1952 (N. J. 1952, no. 770)".
Uw comm. is van oordeel dat dit voorstel zeer bruikbaar is. Geldschieters (banken bijv.) hoeven geen genoegen te nemen met een vertegenwoordiging van de kerkeraad door twee personen, die per kerkeraadsbesluit is vastgesteld. Eén lid van de comm. verkeert in de omstandigheid, dat hij uit recente ervaring kan spreken. Voor het verkrijgen van een hypothecaire lening moest de kerkeraad voltallig in aanwezigheid van de notaris een notariële volmacht tekenen, waarbij elk kerkeraadslid persoonlijk de legende moest opschrijven: goed voor x-duizend gulden met rente. Een extra moeilijkheid voelde een broeder, die krachtens een zakencontract strikt genomen een dergelijke "persoonlijke" verplichting niet op zich mocht nemen. De betrokken notaris verklaarde, dat het toch zo moest "omdat uw kerk in haar statuten hiervoor geen regeling heeft".
Uw comm. wil dan ook aanbevelen, dat "statuten", in casu de KO, met bovengeciteerde bepalingen aan te vullen, hetgeen de kerken in voorkomende gevallen veel last kan besparen. Het artikel zal dan geplaatst moeten worden vóór het huidige art. 84.

Artikel 55.
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.

 

Synodebehandeling 1975

De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.

84. De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die haar in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeen zijn, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, dan wel door deputaten, die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen door hun instructie zijn gebonden.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

84. Artikel 84 (acta)

T. Voorstel:

De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die zij in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal verband gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, óf door deputaten die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen aan hun instructie  gebonden zijn.

 

Commissierapport 1978

Art. 52.

Terecht werd, naar het oordeel van uw commissie het oude art. 84 op deze plaats overgebracht.
Een kerkeraad vraagt of dit artikel gelijke zekerheid biedt als het oude art. 84. Bij navraag door uw commissie bij depp. is gebleken dat juridisch advies is ingewonnen en dat de gestelde vraag bevestigend kan worden beantwoord.

 

Synodebehandeling 1978

Zie artikel 50.

 

Kerkorde 1978

Artikel 52

Vertegenwoordiging van de  kerken in vermogensrechtelijke aangelegenheden
De kerken worden voor het burgerlijk recht ten aanzien van vermogensrechtelijke aangelegenheden, die zij in classicaal, particulier-synodaal of generaal-synodaal rechtelijke verband gemeenschappelijk hebben, vertegenwoordigd door de respectieve classicale, particulier-synodale of generaal-synodale vergaderingen, óf door deputaten die door deze vergaderingen worden benoemd, geïnstrueerd en ontslagen en in al hun handelingen aan hun instructie gebonden zijn.