Artikel 4

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel VII.
Niemand zal tot den dienst des Woords beroepen worden, zonder dat men hem in eene bepaalde plaats stelle, ten ware dat hij gezonden worde om hier of daar kerken te vergaderen.

 

Deputatenrapport 1974

Verbinding aan een bepaalde kerk
Artikel 6.
Niemand zal tot de dienst des Woords beroepen worden, zonder dat men hem aan een bepaalde kerk verbindt.

Toelichting:
1. Dit is art. 7 (oud). Plaatsing vóór- art. 7 (nieuw) ligt voor de hand.
2. De inhoud blijft belangrijk tot wering van de figuur van een predikant in algemene dienst.
3. Bij de formulering is rekening gehouden met de positie van de missionaire dienaren des Woords.
4. Het slot van art. 7 (oud) is niet meer actueel.

 

Commissierapport 1975

Art. 6.
De bekorting van art. 7 (oud) stuit niet op bezwaar bij de kerken. Cn wil de zaak onderbrengen in één art., samen met de inhoud van art. 15; omdat (oud) art. 7 en 15 z.i. eenzelfde algemeen principe uitdrukken, nl
a. positief: het bedienen van het ambt van d.d.W. Is gebonden aan de beroeping door een bepaalde gemeente, en
b. negatief: er is in de geref. kerken geen "algemene zending".
Zijn bezwaar togen depp. is, dat in hun voorstel "men" een predikant aan aan bepaalde kerk verbindt. "Men" zou een meerder vergadering kunnen zijn die een predikant pro forma aan een plaatselijke kerk zou (laten) verbinden. Zo zouden er toch predikanten in algemene dienst kunnen komen. Cn stelt voor: niemand zal mogen dienen in het ambt... zonder dat hij daartoe door een bepaalde kerk beroepen is...
KrH wijst er op dat art. 7 (oud) aan elke predikant een arbeidsterrein wilde zien toegewezen, en wel in de strijd tegen de zgn. “loopers” die net als de apostelen wilden optreden, predikend van plaats tot plaats, zonder een een bepaalde kerk verbonden te zijn (Jansen p.35v).
Evenals Cn signaleert deze kerkeraad het gevaar van verkapte "algemene dienst" voor predikanten bij de voorgestelde redactie. Hij wijst er bovendien op, dat deze redactie overbodig is in het licht van art. 4 en 5.
Uw comm. kan deze bezwaren tot op zekere hoogte billijken. De zaak van art. 7 (oud) is niet alleen, dat een predikant (evt. formeel) aan een bepaalde kerk verbonden moet zijn, meer ook dat hij in een bepaalde plaats zijn ambt moet vervullen, daar waar hij gesteld is. Beroeping en bevestiging zonder dat men aan een bepaalde kerk wordt verbonden zijn door art. 4 en 5 uitgesloten. Maar deze artikelen bevatten geen besliste verhindering voor het geval, dat iemand in het ambt zou worden bevestigd, zonder dat hij in de plaats van bevestiging de ambtsdienst ging verrichten. Dat zou ook niet goed zijn. Het is wel voorgekomen, dat een kandidaat in een bepaalde kerk werd beroepen, om het hem mogelijk te maken dat hij een benoeming tot legerpredikant verkreeg.
Denk ook een het geval van de missionaire dienaren.
Depp. stellen, dat de inhoud van dit artikel van belang blijft tot wering van de figuur van een predikant in algemene dienst. Dit betekent dan wel een wijziging van de oorspronkelijke inhoud. Van het arbeidsterrein (plaats) wordt overgesprongen naar de verbintenis aan een bepaalde kerk.
Gezien het feit dat het historische "loopen" vrijwel onmogelijk is, en in art. 15 ook nog wordt geweerd, is er tegen het wegvallen van de "plaats" in art. 7 (oud) geen overwegend bezwaar in te brengen. In het licht van wat de gs-Hoogeveen (Acta, art. 332) besloot t.a.v. de legerpredikanten (M.N. onder "en besluit" 4d en 5c, inzake de 'zending’  door een kerkeraad ) is te stellen dat depp. dit artikel qua inhoud en redactie hebben aangepast aan geldende generale besluiten. Al komt de inhoudelijke verandering in het rapport van depp. niet duidelijk naar voren ("dit is art. 7 (oud)", toelichting l), uw comm. meent toch dat het voorstel aanvaard kan worden. Terminologisch verdient ''geroepen" hier de voorkeur boven "beroepen"

Artikel 8.
Niemand zal tot de dienst des Woords geroepen worden, zonder dat men hem aan een bepaalde kerk verbindt.

 

Synodebehandeling 1975

De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.

7. Niemand zal tot de dienst des Woords geroepen worden, zonder dat men hem aan een bepaalde kerk verbindt.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

8. Artikel 7 (acta)

R. Gevraagd wordt of het geen aanbeveling verdient op deze plaats de beroeping, van een predikant naar een combinatie van kerken te regelen. In verband daarmee de vraag of het woordje 'een' geen misverstand kan wekken (opgevat als telwoord: één).
M. Depp. antwoorden dat hier duidelijk een minimum bepaling wordt gegeven. 'Een kerk' kan niet betekenen 'ten hoogste één kerk', alleen 'tenminste één’. 'Een' kan niet anders dan onbepaald lidwoord worden opgevat. Anders zouden er accenttekens op moeten staan. Beroeping door een combinatie van kerken wordt door dit artikel volstrekt niet gehinderd. Het komt Depp. echter niet juist voor, een regeling in de K.O. op te nemen voor zo’n manier van beroepen. Wat er geregeld moet worden, ligt op de weg van de beroepende kerken.
T.1. Depp. maken hier een opmerking over het gebruik van de voorschrijvende werkwoorden in de K.O. De vigerende tekst gebruikt stereotiep het woord zullen. Taalkundig wordt het fraaier geacht dit woord af te wisselen met mogen, moeten en soms kunnen.
In dit artikel geeft 'niemand kan' nog sterker dan 'niemand zal' aan, dat een.'algemene' roeping of zending naar gereformeerd kerkrecht niet mogelijk is.
2. 'Een kerk' zegt evenveel als 'een bepaalde kerk'.

Voorstel:
Niemand kan tot de dienst des Woords geroepen worden zonder dat hij aan een kerk verbonden wordt.

 

Commissierapport 1978

Art. 4. Terecht werd het oude artikel 7 op deze plaats gezet door depp. Dat depp. hier spreken van "kan" na het in het vorige art. 4 gehanteerde "mag", acht uw commissie een goede zaak: in art. 4 gaat het immers om wat kerkrechtelijk onmogelijk moet worden genoemd.
Het nu voorgestelde "kan" is sterker dan het oude "zal". Dit artikel blijft belangrijk tot wering van de figuur van een predikant in algemene dienst.

 

Synodebehandeling 1978

Dit artikel wordt conform het concept deputaten aanvaard.


Kerkorde 1978

Artikel 4
Verbinding aan een bepaalde kerk
Niemand kan tot de dienst des Woords geroepen worden zonder dat hij aan een kerk verbonden wordt.