Artikel 15

 

Kerkenordening 1905/1933

Artikel XII.
Dewijl een dienaar des Woords, eens wettelijk als boven beroepen zijnde, een leven lang aan den kerkedienst verbonden is, zoo zal hem niet geoorloofd zijn, zich tot eenen anderen staat des levens te begeven, tenzij om groote en gewichtige oorzaken, waarvan de classis kennis nemen en oordeelen zal; welk oordeel de classis ziet zal uitspreken zonder kennis en aprobatie van de deputaten der particuliere synode¹).


¹) de cursief gedrukte woorden zijn volgens besluit der synode van Leeuwarden (1920, art. 105) aan dit artikel toegevoegd.

 

Deputatenrapport 1974

Artikel 12.
Onveranderd. Overgang tot andere staat des levens

 

Commissierapport 1975

Art. 12. alleen de Kr Barendrecht heeft hier een voorstel, dat er overigens niet om liegt. Deze Kr wil hier de positie van de hoogleraren in de theologie, die als predikant gediend hebben, geregeld zien. Want het is in strijd met de tekst van art. 13 dat aan deze hoogleraren de status van emeritus-predikant wordt gegeven. Art. 11 zou aldus aangevuld moeten worden:”als geldige reden als hierboven bedoeld, zal in ieder geval worden erkend, de benoeming van een Dienaar des Woords tot hoogleraar aan de Theologische Hogeschool. Bij het aanvaarden van deze benoeming zal de benoemde van zijn taak als omschreven in art. 17 zijn ontslagen, doch de eer en naam van Dienaar des Woords behouden”.
Uw comm. kan zich met dit voorstel niet verenigen. Het zou art. 12 innerlijk tegenstrijdig maken. Want wie overgaat tot een andere staat des levens, keert terug tot de positie van een gewoon gemeentelid en hij mag zelfs niet meer proponeren of een stichtelijk woord spreken (Jansen p. 56), laat staan dat hij nog het Woord en de sacramenten zou mogen bedienen.
Wel stelt Jansen, dat onder een andere staat des levens in ruimere zin elke werkkring valt, die buiten het eigenlijke predikambt ligt, ook het professoraat in de theologie en in de kerkgeschiedenis (p.55). Maar behalve dat hier de encyclopaedische plaats van de kerkgeschiedenis zoek is, bevredigt het onderscheid tussen een andere staat des levens in engere en ruimere zin uw comm. In het geheel niet.
Als de status van de hoogleraren anders geregeld moet worden dan naar analogie van art. 13 (Jansen t.a.p.) dan toch niet onder art. 12.

Artikel 15.
Dewijl een dienaar des Woords, eens wettelijk als boven beroepen zijnde, zijn leven lang aan de kerkedienst verbonden is, zo zal hem niet geoorloofd zijn, zich tot een andere staat des levens te begeven, tenzij om grote en gewichtige oorzaken, waarvan de classis kennisnemen en oordelen zal; welk oordeel de classis niet zal uitspreken zonder kennis en approbatie van de deputaten der particuliere synode.

 

Synodebehandeling 1975

De synode stelt dit artikel direct na eerste lezing vast. Zij gaat uit van de tekst van de commissie.

12. dewijl een dienaar des Woords, eens wettelijk als boven geroepen zijnde, zijn leven lang aan de kerkedienst verbonden is, zo zal hem niet geoorloofd zijn, zich tot een andere staat des levens te begeven, tenzij om grote en gewichtige oorzaken, waarvan de classis kennis nemen en oordelen zal; welk oordeel de classis niet zal uitspreken zonder kennis en approbatie van de deputaten der particuliere synode.

 

Deputatenrapport 1976

Dit rapport behandelt het betreffende artikel niet.

 

Deputatenrapport 1977

13. artikel 12(acta)
TM. In onderstaand voorstel wordt naar het voorbeeld van de Herziene Kerkorde van de Geref.Kerken (sn.) scherper tot uitdrukking gebracht dat een geroepen dienaar des Woords zijn ambt niet eigenmachtig behoort neer te leggen.

Voorstel:

Wanneer een predikant eenmaal geroepen is volgens de regel van artikel 4, heeft hij zich voor het leven aan de kerkelijke dienst verbonden. Dit houdt in dat hij zijn ambt niet mag neerleggen. Hij kan slechts van zijn ambt worden ontheven en overgaan tot een andere levensstaat, indien de kerkeraad en de classis, met medewerking van de deputaten van de particuliere synode, oordelen dat daarvoor gewichtige redenen zij.

 

Commissierapport 1978

Art. 15.
Het oude art. 12 heeft hier een goede plaats gekregen, naar mening van uw commissie.
Het thans aangeboden concept is, naar het oordeel van uw commissie in goede overeenstemming met de door Kampen 1975 voorlopig vastgestelde tekst. (art.4/5)

Uit de bijlagen:

15. een kerkeraad pleit voor ‘predikambt” ipv. ‘kerkelijke dienst’. Immers ook een koster staat in kerkelijke dienst. Uw commissie is van mening dat de tekst van dit artikel voor geen misverstand vatbaar is.

 

Synodebehanderling 1978

Dit artikel wordt conform het concept van deputaten aanvaard.

 

Kerkorde 1978

Artikel 15
Ontheffing
Wanneer een predikant eenmaal geroepen is volgens de regel van artikel 5, heeft hij uit het ambt zich voor het leven aan de kerkelijke dienst verbonden. Dit houdt in dat hij zijn ambt niet mag neerleggen. Hij kan slechts van zijn ambt worden ontheven en overgaan tot een andere levensstaat, indien de kerkeraad en de classis, met medewerking van de deputaten van de particuliere synode, oordelen dat daarvoor gewichtige redenen zijn.