Synodaal Reglement voor de Kerkeraden.

Tweede afdeeling.

Verkiezing der Kerkeraadsleden.

In nieuwe gemeenten geschiedt de eerste benoeming 1) van ouderlingen en diakenen onder de leiding van twee afgevaardigden uit het Classicaal Bestuur, door de stemgerechtigde leden.
Binnen drie maanden nadat de aldus benoemden in hunne bediening zijn bevestigd, heeft de stemming plaats, bedoeld in art. 4 van het Synodaal Reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten.
De daarbij genomen beslissing blijft van kracht tot den dag, waarop de loopende termijn van tien jaren in de overige gemeenten eindigt. Daarna geschiedt de stemming om de tien jaren volgens de bepalingen van genoemd artikel. 2)


1) Zie art. 11 Regl. op de erkenning van nieuwe gemeenten.
2) Art. 7 is gewijzigd in werking getreden 15 Jan. 1919. Het is in overeenstemming gebracht met het op dien zelfden datum in werking getreden herziene Syn. Regl. op de benoeming enz.