|7|

 

Verklaring

gericht tot allen die de Kerk van Jezus Christus liefhebben.

 

De hernieuwde bewustwording van het wezen en de betekenis der Kerk als het Lichaam van Christus, beheerst sinds verscheidene jaren voor een opmerkelijk deel het theologisch leven en het kerkelijk handelen.

Overal ter wereld, en zo ook in Nederland, wint het inzicht veld, dat met name een vraagstuk van zulk een eminent belang als het streven naar de eenheid der Kerk niet tot een duurzame oplossing kan worden gebracht, tenzij allen, die den naam van Christus belijden, zich weer weten te zijn leden van het ene Mystieke Lichaam. Bovendien vinden deze pogingen tot eenheid, menselijk gesproken, haar zin in de overtuiging, dat in deze nieuwe bewustwording de enige reddingsmogelijkheid ligt voor onze ontredderde cultuur en de enige synthese, waarin alle politieke en maatschappelijke spanningen haar hogere oplossing zullen vinden.

Nederlandse Christenen staan mede in de voorste gelederen, waar het gaat om het vorm geven aan den door de gelovigen allerwege ervaren drang om de volheid van Christus niet alleen in het persoonlijk belijden en beleven maar ook in de uiterlijkheid van de Kerk weer gestalte te geven. Zij beseffen, dat het er tenslotte om gaat, de heerlijkheid van Christus’ Lichaam in en zo nodig tegenover de wereld tot gelding te doen komen.

Hernieuwde belangstelling voor belijdenis, kerkorde en liturgische vormen zijn in ons hedendaags kerkelijk leven het bewijs van dit ontwakend besef.

Dankbaar erkennen wij dan ook wat Gods Geest ten aanzien van deze dingen tot op heden reeds in ons land en met name in de Ned. Herv. Kerk heeft gewekt en bewerkt: gemeenteopbouw,

|8|

kerkelijk gesprek, fijner bewerktuiging der Kerk door de instelling van raden en commissies. Wel vragen wij ons af of niet ten onzent, juist in deze situatie, een nieuw gevaar ons kerkelijk leven en denken bedreigt: dat der verabsolutering van bepaalde inzichten binnen een deel der reformatie, te weten het gereformeerd protestantisme, bijzonderlijk in de puriteinse gestalte, die het in ons land heeft aangenomen. Wij constateren t.a.v. de catholiciteitsgedachte een nieuwe geneigdheid om in ons geestelijk isolement onze kracht te zoeken. Ondanks officiële critiek op het Rooms Katholieke traditiebegrip bespeuren wij een bijna argeloze vestiging en gebruikmaking van een Gereformeerde traditie. Wij vragen ons af, in hoeverre dit een prijsgeven betekent van een reformatorisch beginsel, vooral omdat wij de Reformatie niet beschouwen als een uit menselijk individualisme ontsprongen beweging maar als een uit geloofsgehoorzaamheid geboren poging tot hernieuwde confrontatie der empirische Kerk met de H. Schrift. Wij zijn overtuigd, dat een nieuwe confrontatie voor een reformatorische Kerk geboden blijft en dat daartoe alle verworvenheden van het exegetisch en kerkhistorisch onderzoek dienen te worden benut, ook dan, wanneer dit tot nadere reformatie leiden moet. Zo menen wij, t.a.v. de huidige theologische situatie, dat de geheel enige betekenis van de Vleeswording des Woords, in haar de gehele schepping omvattende strekking, de uitgangspunten biedt voor een veel positiever relatie tussen natuur en genade, tussen schepping en herschepping, dan heden ten dage in de kerken der Hervorming in Nederland veelal gezien wordt.

Van deze grondgedachte uit wensen wij de aandacht te vragen voor de volgende punten:

1. Wij geloven, dat de Kerk de Openbaring, die haar in Jezus Christus is gegeven, in de Heilige Schrift, d.w.z. in de woorden van profeten en apostelen, als de kern en de norm van haar geloof en leven vastgelegd vindt.

2. Wij geloven tevens, dat zij voor immer gebonden is aan de Geloofsbelijdenis der ongedeelde Kerk bij de Haar

|9|

toevertrouwde taak, de Heilige Schrift uit te leggen. Daarom stellen wij de vraag, of het voor de hedendaagse Kerk inderdaad zin kan hebben, deze Geloofsbelijdenis der ongedeelde Kerk opnieuw van de Heilige Schrift uit discutabel te stellen.

3. Wij geloven, dat Jezus Christus Sacramenten heeft ingesteld als voertuigen van Zijn genadegaven. Aangaande den Heiligen Doop geloven wij, dat dit heilig Sacrament door onzen Heer zelf is verordineerd als het bad der wedergeboorte, waarin wij gereinigd worden van de erfzonde en de vernieuwende kracht van het Goddelijk Leven ons wordt ingestort, zodat wij in dit Sacrament in Christus geheiligd worden. Daarom stellen wij de vraag, of het juist is te leren, dat dit Sacrament slechts bevestiging en verzegeling zou zijn van een Goddelijke genadegave, die b.v. op grond van de verbondsgedachte ook reeds voor en buiten het Sacrament om aanwezig moet worden geacht.

Aangaande het Heilig Sacrament des Avondmaals belijden wij, dat onze Heer Jezus Christus daarin op een geheimenisvolle en verborgen wijze wezenlijk, werkelijk en waarachtig tegenwoordig is, onder de gedaanten van brood en wijn Zijn allerheiligst Lichaam en Bloed schenkt tot een spijs en drank des eeuwigen levens. Wij geloven, dat dit Heilig Sacrament in het heden het Offer tegenwoordig stelt, dat eenmaal voor onze zonden door Hem aan het kruis is volbracht, en dat wij door onze deelneming aan dit Sacrament de vruchten van dit Zijn algenoegzaam Offer deelachtig worden.
Daarom stellen wij de vraag, of dit Sacrament juist wordt gewaardeerd, wanneer men leert, dat het slechts teken en verzegeling is van het in het woord der prediking geschonken heil.

4. Wij geloven, dat de Vleeswording des Woords zich voortzet in de Heilige Kerk tot de voleinding der eeuwen. Daarom belijden wij, dat de Kerk het Lichaam is van den Zoon Gods, waarin Hij zelf onder ons voortleeft, en dat Hij in

|10|

haar het ambt der Apostelen en Opzieners heeft ingesteld, door welke Hij Zijn heerschappij onder ons wil uitoefenen.

Wij geloven, dat Hij aan de oplegging der handen door de van Hem verordineerde Opzieners voor alle tijden de mededeling van Zijn Heiligen Geest verbindt en dat het ambt berust op een bijzondere genaderoeping en afzondering tot dezen heiligen dienst door den Heer der Kerk Zelf. Wij stellen daarom de vraag of het enige Kerk geraden is, zich aan deze apostolische successie te onttrekken en of het ambt niet geheel onvoldoende gewaardeerd wordt door het slechts te zien als een verbijzondering van het ambt aller gelovigen; voorts of wij niet spelen met de Goddelijke genade, wanneer wij met veronachtzaming dezer van het begin af onderhouden overlevering der Kerk, — zonder ons de vraag te stellen of wij tot de uitdeling der Heilige Sacramenten de Goddelijke volmacht bezitten en zonder ernstig te zoeken naar de oplossing van dit probleem — rustig voortgaan met de bediening der Heilige Sacramenten.

Op grond van vorenstaande hebben wij de overtuiging, dat wij niet anders kunnen hopen op een waarachtige, godsdienstige en kerkelijke toekomstmogelijkheid voor ons volk dan wanneer wij bewust aansluiting zoeken aan de historische lijn van Christelijk belijden en leven, van geloof en kerkorde, waarvan wij ons thans beslist gescheiden bevinden.

Daarom roepen wij langs dezen weg op tot gemeenschappelijke diepgaande bezinning op al deze punten.

Voor ieder, die deze dingen ernstig overweegt, zal het terstond duidelijk zijn welk een onafzienbaar terrein hier voor ons allen braak ligt.

Slechts een eendrachtig bidden, gepaard aan een eensgezind arbeiden, zal, menselijkerwijze gesproken, de wegen openen, waarlangs ook de geloofsplanting in de Lage Landen aan de zee, eeuwen here ondernomen, binnen de wereldomvattende Una Sancta tot vollen wasdom zal kunnen komen.

|11|

W. VAN BEUSEKOM
Ir. R.TH. BIJLEVELD
Ds. J. DE BOER
Ds. J.K. v.d. BRINK
Ds. H. COOLSMA
Ds. S. COOLSMA
Ds. P. DIJKSTRA
Mevrouw A. VAN ESSEN-BOSCH
Ds. J.M. GERRITSEN
Mevrouw L. GERRITSEN
Mr. W.J. KOLKERT
L.J.F. LAAGWATER
Mejuffrouw I. LEEFLANG
J. LEESTEMAKER
Ds. J. LOOS
G. MESSIE
Mr. J. MILDERS
Ds. H. MISKOTTE
J.H. MORREAU
Dr. G.W. OBERMAN
Ds. B.J. RIEMERSMA
AUG. VAN ROSSUM
Mevrouw W. SIEVEKING-KOOPS
J. VAN STAVEREN
Mevrouw H.M.G. THATE-REISCH
Mevrouw J. VALCK LUCASSEN-WELTER
Mevrouw M. VAN DEN WALL BAKE-DEL COURT VAN KRIMPEN
L.J. WINCKEL
Ds. M.H.F. WITTEVEEN

Utrecht
Velp (Gld.)
Vrouwepolder
Assendelft
Princenhage
Sittard
Langweer
Hilversum
Wichmond
Wichmond
Zeist
Hilversum
Utrecht
Hilversum
Hilversum
Hilversum
Zwolle
Zwolle
Hilversum
Batavia
Stavoren
Eindhoven
Hilversum
Utrecht
Warnsveld
Vorden
Vorden

Bilthoven
Biggekerke