Ordinantie 3 Het ambt en de andere diensten

 

IV. De rechtspositie van de predikanten en de kerkelijke medewerkers

De predikanten

Predikanten voor gewone werkzaamheden

Artikel 20.

Ontheffing van werkzaamheden

Na afloop van de vastgestelde termijn wordt de betrokken predikant ontheven van de werkzaamheden en losgemaakt van de gemeente. Betrokkene behoudt als predikant van de kerk de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacramenten, en is, tenzij deze de kleine synode laat weten dat de omstandigheden het onmogelijk maken een beroep in overweging te nemen, beroepbaar predikant voor een periode van vier jaar. Deze periode kan telkens met vier jaar door de kleine synode worden verlengd.1


1 Wijziging kerkorde, ordinantie 3-20-4, besluit generale synode d.d. 23 september 2011, ingegaan 1 januari 2013.