Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 13

Degene die voor 1 mei 2004 de mededeling inzake onvoldoende geschiktheid heeft ontvangen als bedoeld in ord. 7-7-3 HKO kan zich beroepen op de commissie voor het theologisch wetenschappelijk onderwijs die per 1 mei 2004 de behandeling van het beroepschrift overdraagt aan het daarvoor door de generale synode aan te wijzen orgaan.
Het in deze overgangsbepaling bepaalde is van overeenkomstige toepassing op degene die ongeschikt is verklaard overeenkomstig het bepaalde in ord. 7-7-6 HKO. In dit geval kan betrokkene zich beroepen op de generale synode die per 1 mei 2004 de behandeling van het beroepschrift overdraagt aan het daarvoor door de generale synode aan te wijzen orgaan.1


1 Wijziging overgangsbepaling 274, besluit generale synode d.d. 17 november 2006, ingegaan 1 december 2006.