Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Emeriti-predikanten, zij die de bevoegdheden hebben als van een emeritus-predikant, dienstdoende predikanten en gastpredikanten, die geroepen zijn bijstand in het pastoraat te verlenen als bedoeld in ord. 13-39 en 40 HKO alsmede emeriti-predikanten die geroepen zijn tot het verrichten van ambtelijke arbeid als bedoeld in art. 13.2 GKO verrichten het dienstwerk van een predikant als bedoeld in ord. 3-27-6 en behouden de opdracht voor de werkzaamheden voor de duur waarvoor deze is gegeven.