Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Kerkmusici, pastorale medewerkers en alle anderen die tot enige kerkelijke dienst gesteld zijn en als zodanig geroepen zijn tot bijstand in het openbare ambt als bedoeld in ordening B art. 43.1 sub d, e en f LKO, zijn met ingang van 1 mei 2004 werkzaam in een dienst als bedoeld in ord. 3-12.
Wanneer zij, krachtens het bepaalde in ordening B art. 47.5 resp. 47a.3 resp. 47b LKO in hun dienst in het midden der gemeente zijn ingeleid, worden zij geacht in een bediening te zijn gesteld als bedoeld in ord. 3-12-8.
Indien zij voldoen aan de door de generale synode gestelde vereisten om in een dienst werkzaam te zijn, worden zij ingeschreven in het register van kerkelijke werkers.